5 tips bij fair isle breien. Zoals jullie wel weten ben ik een ervaren breister. Maar ook ik heb zo mijn voorkeuren. En tot niet zo heel lang geleden hoorde inbreien of op zijn Engels ‘fair isle’ daar niet bij. Ik kreeg altijd ruzie met bolletjes die in de knoop raakten, draadspanning die te los of juist te strak was, patronen die niet werden zoals op het plaatje. Kortom, als ik zo’n patroon zag, sloeg ik het over.
Toch bleef het kriebelen, ik wilde ook graag zo’n grote omslagdoek breien. En daarvoor moest ik wel beter kunnen inbreien. Ik besloot me er eens wat meer in te verdiepen. En ik heb uitgevonden hoe het moet! Je weet, als ik het kan, kun jij het ook. Dus hieronder mijn tips.
Tip 1: van rechts naar links
Het begint al bij het lezen van de patronen. Dit is niet moeilijk, maar je moet het trucje even door hebben. Hieronder een voorbeeld van een inbrei patroon.
In dit geval staan er cijfers bij de steken en de naalden. Dat maakt het makkelijker om te zien waar je moet starten. Je begint rechtsonder met de steek in vakje 1 van de eerste naald. Dus: 2 steken blauw, 1 wit, 3 blauw, 1 wit, 2 blauw.
Als je de eerste naald hebt gebreid, ben je aan de linkerkant van het patroon. Als je nu averecht terug gaat breien, is de steek in vakje 9 van de tweede naald je eerste steek.
Tip 2: in de rondte
Om te leren inbreien, is het het makkelijkst om in de rondte te breien. Zoals je bij tip 1 hebt gezien, ga je bij averecht als het ware in spiegelbeeld terug breien. Dat is in het begin best lastig. Daarom is het handiger om in eerste instantie een muts, sok of want met fair isle te maken. Je kunt dan lekker alle naalden recht breien. Het lezen van het patroon is dan eenvoudiger.
Tip 3: continentaal breien
Voordat ik me echt had verdiept in inbreien, werd het bij mij altijd een zootje. De achterkant was niet netjes, mijn bollen raakten in de knoop. Daarom was ik heel blij met de tip die ik kreeg: doe de ene draad over je rechtervinger en de andere draad over je linkervinger. Dus: brei met de eerste kleur zoals je gewend bent en met de tweede kleur wordt continentaal gebreid. Het is even wennen maar als je het trucje onder de knie hebt, heb je nooit meer een lelijke achterkant!
Filmpje ‘fair isle breien’
Tip 4: draadspanning
Om een mooi breiwerk te krijgen bij fair isle, is het belangrijk om niet te strak te breien. Als je de draden van de beide kleuren steeds stevig aantrekt, gaat je breiwerk trekken. En dit krijg je niet meer goed met blocken. Dat is natuurlijk jammer van de energie die je erin steekt! Vooral bij het meenemen van de draad van de kleur waar je niet mee breit, is het belangrijk om die losjes mee te nemen. In eerste instantie ziet dat er misschien wat rommelig uit, maar dat komt dus WEL goed na blocken.
Tip 5: stekenproef
Bij breien met twee of meer kleuren, zal je breiwerk strakker worden dan normaal. Het breiwerk is ook minder rekbaar, dus is het belangrijk dat je een stekenproef doet. En doe die dan ook met inbreien en niet door alleen met de ene kleur te breien. Vaak gebruik je bij inbreien naalden die een halve millimeter dikker zijn dan je normaal zou gebruiken. Dus als je normaal 2,5mm gebruikt, zou je nu 3mm kunnen gebruiken. Ook dit is een kwestie van proberen.
Als je al deze tips in de praktijk gaat toepassen, weet ik zeker dat het jou ook gaat lukken! Laat je me je geslaagde project even zien?
[tweetquote]Op @breiclubnl las ik een blog over fair isle breien. Dit ga ik zeker eens proberen! Jij ook?[/tweetquote]
Sietske
op 12 Jun 2015Sietske
op 13 Jun 2015Schuermans christel
op 13 Jun 2015Marianne de Waal
op 07 Oct 2016Petra matheeuwsen
op 23 Mar 2017Truus
op 30 Jul 2022Pien
op 03 Jan 2018Truus
op 30 Jul 2022