Huisje haken voor je huissleutelbos

Laatst had ik het idee: een huisje haken om als sleutelhanger aan je huissleutel te hangen. Leuk voor je eigen sleutelbos en natuurlijk leuk om te geven aan verhuizers of nieuwe woning momenten bij een housewarming! Daarom heb ik een patroon gemaakt dat ik graag met je wil delen.

Patroon huisje haken

Om een huisje te haken heb je niet veel nodig: een restje wol en een haaknaald (en een schaar om je draadje te knippen aan het eind). Het is een projectje wat weinig tijd kost (ongeveer 15 minuten afhankelijk van je ervaring en snelheid met haken natuurlijk).

Je begint je huisje met het haken van twaalf lossen.

Toer 1: Haak één vaste in de tweede losse vanaf je haaknaald en haak daarna in elke volgende losse een vaste (totaal 11 vasten). Haak één losse (= keerlosse).

Toer 2: Draai je werk en haak op elke steek van je vorige toer een vaste (11 vasten. Eindig je toer met 3 lossen (is het eerste stokje van je volgende toer).

Toer 3: Draai je werk en haak in totaal 3 stokjes om mee te beginnen. Maar je haakt dus nu effectief 2 stokjes want je bent je vorige toer met je eerste stokje geëindigd door de eerste drie keerlossen van je vorige toer.

Haak twee lossen, sla twee steken over en haak in de volgende steek weer één er stokje, twee lossen, sla twee steken over en haak in de volgende drie steken elk 1 stokje. Eindig met drie lossen (wat weer het eerste stokje is van toer 4).

Toer 4: Herhaal toer 3 en eindig in plaats van drie lossen met 1 losse (=keerlosse).

Toer 5: Draai je werk en haak op iedere van de volgende steken één vaste (11 vasten). Eindig met één losse (keerlosse).

Toer 6: Herhaal toer 5.

Toer 7: Herhaal toer 5.

Toer 8: Draai je werk, haak twee vasten samen, haak zeven vasten en haak op het einde weer twee vasten samen (= 9 vasten). Haak 1 losse (= keerlosse).

Toer 9: Draai je werk en haak twee vasten samen, haak vijf vasten en haak op het einde twee vasten samen (= zeven vasten). Haak 1 losse (= keerlosse).

Toer 10: Draai je werk om en haak twee vasten samen, haak drie vasten en haak op het einde twee vasten samen (= vijf vasten). Haak 1 losse (= keerlosse).

Toer 11: Draai je werk om en hak twee vasten samen, haak 1 vaste en haak weer twee vasten samen (= drie vasten). Haak 1 losse (= keerlosse).

Toer 12: Draai je werk om, sla de eerste vaste over en haak dan twee vasten samen. Haak nu een lossenketting van tien lossen, dit is je lusje om je sleutelhanger mee vast te maken straks. Knip je draad af en naai je lossenketting aan het topje van je huisje vast om het lusje dicht te maken. Werk je draadjes weg, zowel aan het einde als het begin draadje.