Babyslofjes breien: Voor een jaar of 10 terug kreeg ik van mijn moeder een oud breiboek van de HEMA van het seizoen 1984/1985 die zij al die jaren bewaard had. In deze jaren was het breien nog erg populair.
Mijn moeder breide toen erg veel. Later kreeg ik dus dit breiboek. Natuurlijk is het meeste wat daarin staat erg gedateerd, maar het patroon van de babysokjes heb ik veel gebruikt. Erg leuk om als kraamcadeautje weg te geven.
Natuurlijk geef ik er dan graag een eigen twist aan. In plaats van deze slofjes op twee pennen te breien (zoals in het patroon aangegeven staat, en is makkelijker), brei ik ze op vijf pennen. Dit omdat ik de naad achterlangs nooit erg netjes krijg wanneer ik het aan elkaar moet naaien. En het breien er van met vijf pennen werkt voor mij net zo makkelijk en je krijgt geen naad.
In plaats van een koordje met pompoms haal ik liever een elastieken koord door (met dezelfde kleurtint) en gebruik ik koordstoppers. Of, wanneer ze voor een meisje zijn, doe ik er soms ook wel een satijnlintje door met een strik. Nadeel is wel dat het strikje niet altijd blijft zitten vanwege het gladde materiaal.
Voor de variant met twee pennen: zie foto breiboek.
Voor de variant met vijf pennen (rondbreien):
Nodig:
- Vijf sokkenbreinaalden 2,5
- 1 bol (50gr) garen geschikt voor de breipennen
- eventueel voor het koordje: haaknaald 2,5 en een pompom-maker of 1 meter koord (bij voorkeur van elastiek in bijpassende kleur en voor iedere sok ongeveer 50 cm) of 1 meter satijnlint in bijpassende kleur
- eventueel 2 koordstoppers met twee gaten.
Boord:
Zet 32 steken op (8 steken op iedere pen), sluit de ring en brei als volgt:
5 toeren averecht, 4 toeren recht, 4 toeren averecht, 4 toeren recht en 4 toeren averecht. Dit wordt automatisch een tricot steek in ribbelvorm. Mijn roze versie heb ik gewoon 21 toeren met een boordsteek gebreid: twee recht, twee averecht.
Gaatjes:
*Twee steken recht breien, omslag, twee steken recht tezamen breien*, tussen ** herhalen totdat de toer gebreid is.
Volgende naald recht breien, behalve de omslagen. Deze moeten averecht gebreid worden (hierdoor worden de gaatjes mooier). Daarna nog twee toeren in tricotsteek breien.
Voet:
Alle steken hergroeperen op drie pennen (in plaats van vier), dit betekent op de eerste pen 12 steken, en de andere twee pennen ieder 10 steken.
Er wordt verder gebreid op de eerste pen met 12 steken: gerstekorrelsteek (heengaande naald: *1 recht, 1 averecht*, ** herhalen tot einde pen).
Daarna werk keren en teruggaande naald: *1 averecht, 1 recht* breien, ** herhalen tot einde pen. Zo verder breien totdat je ongeveer 6 cm hebt gebreid (totaal 26 pennen).
Dit is de bovenkant van de voet.
Dan pak je de twee pennen die je over hebt en neem aan iedere kant (bij de bolletjes aan de zijkant) 13 steken op.
De pen met de 10 steken heeft nog een pen, deze moet vrijgemaakt worden om mee te breien. Als het goed is zit daar ook de draad.
Dit gaat als volgt: met de pen van de rechterkant van de bovenvoet met de opgehaalde steken brei je 5 steken van de pen met de 10 steken. De andere 5 steken zet je op de andere pen met de opgehaalde steken (aan de linkerkant). Vervolgens brei je tot midden achter (bij de hiel = 2 pennen). Vanaf daar is het ‚startpunt’ vanwaar we verder gaan breien.
Zijkanten voet:
Vanuit het ‚startpunt’ brei je eerst 3 toeren recht tricotsteek, vervolgens 4 toeren averecht tricotsteek, daarna 4 toeren recht tricotsteek en ten slotte nog weer 4 toeren averecht tricotsteek.
Zooltje:
Verder in recht tricot breien vanuit midden achter.
1e toer: 4 steken recht breien, 3 steken recht tezamen breien, 15 steken recht, dubbele mindering (2 steken afhalen, 1 steek breien, 2 afgehaalde steken over de gebreide steek halen), 8 steken recht breien, 3 steken recht tezamen breien, 15 steken recht breien, dubbele mindering, 4 steken recht breien.
2e, 4e en 6e toer: recht breien zonder minderingen.
3e toer: 2 steken recht, 3 steken recht tezamen, 15 steken recht, dubbele mindering, 4 steken recht, 3 steken tezamen, 15 steken recht, dubbele mindering, 2 steken recht.
5e toer: 3 recht tezamen, 15 steken recht, dubbele mindering, 3 recht tezamen, 15 steken recht,
dubbele mindering.
Na de 6e toer het werk van binnenuit keren. De steken van de hiel verdelen over de andere pennen, zodat het werk op twee pennen zit. De scheiding zit midden voor en midden achter. Op iedere pen zijn nu 17 steken. Deze pen tegen elkaar leggen. De steken van beide pennen tezamen breien en gelijkertijd afkanten.
Afwerking:
Draadjes weg werken en door de tunnel een koordje rijgen. Een koordstopper aan het koordje rijgen en knoopjes op de uiteinden van het koordje maken.
Succes!!!
Marian Leliveld
op 21 Nov 2018Greet Sneep
op 11 Mar 2019greetsneep
op 11 Mar 2019Tina
op 25 Jun 2019lut
op 04 Aug 2019Myriam Adam
op 03 Oct 2019Gerda Kielman
op 12 Jan 2020Marian Schras
op 01 Nov 2020Ria
op 15 Mar 2024