5 tips bij het lezen van ajourpatronen

Kantbreien, of ajourbreien, blijkt de gemoederen van de breiclub.nl bezig te houden. Na de oproep van Babette zijn er reacties van Elleke van der Molen, Karen van de Water en Jaenette Gebert.

Het tellen van de steken, het maken van een omslag en het lezen van een telpatroon willen ze graag uitgelegd hebben. In deze blog geef ik jullie uitleg over het lezen van ajourpatronen. En een paar extra tips & tricks bij het kantbreien!

 Tip 1: neem de tijd

Net als bij alle andere dingen die je wilt leren of nog niet zo vaak hebt gedaan, is het belangrijk om er de tijd voor te nemen. Ga niet proberen in dat ene kwartiertje voor je de kinderen van school haalt, boodschappen gaat doen, naar je werk moet, nog EVEN een kantpatroon uit te pluizen en onder de knie te krijgen. Geloof me, dat gaat niet werken!

Een patroon blijkt prima te doorgronden te zijn als je er rustig voor gaat zitten. En kijk dan eerst even naar de volgende tips voor je van start gaat.

Tip 2: ondersteboven, binnenstebuiten

Misschien lijkt het lezen van een patroon voor jou nu nog abracadabra. Maar als je één keer weet hoe het werkt, doe je het nooit meer fout!

Normaal gesproken lezen we van linksboven, zin voor zin naar rechtsonder. Bij het lezen van een kantpatroon gaat dat net even anders. Het begin van een kantpatroon is rechts onderaan. Dan werk je naar linksboven. En eigenlijk is dat heel logisch. Kijk maar hoe je breit. Als je je breiwerk voor je legt, zie je dat je begint te breien in de rechter onderhoek. Dan brei je alle steken naar links. Zo eenvoudig is het. Gewoon precies lezen zoals je ook breit.

Tip 3: lezen lezen, lezen

Het is misschien een beetje vervelend, maar het belangrijkste bij het begrijpen van kantpatronen is: lezen. En doe exact wat er staat geschreven. Als mensen met vragen bij mij komen over kantpatronen, hoor ik vaak dingen als: ‘ik denk dat het als volgt gaat’, ‘ik deed toen maar het volgende’. Dan kan ik maar één ding zeggen: STOP! Kijk in het telpatroon en doe precies wat er staat. In de meeste patronen ga je de mist in door je eigen interpretatie, gewoon simpelweg doen wat er staat levert het beste resultaat.

Dus ga op zoek naar aanwijzingen en hulp die een patroon je biedt:

• Bij de meeste breipatronen staan er cijfers naast de rijen zodat je weet waar je moet beginnen.
• Meestal worden alleen de heengaande naalden vermeld, de teruggaande naalden worden averecht gebreid en worden niet vermeld. Dit zie je doordat er voor de rijen alleen oneven nummers staan (de heengaande naalden)
• Lees de legenda. Hierin staat predies wat elk tekentje betekent. Meestal worden de steken ook nog toegelicht. Zoek anders de steken op die je niet kent. Dit kan op bijvoorbeeld op breiclub.nl

Tip 4: maak het jezelf gemakkelijk

In een vorig blog heb ik al eens uitgelegd dat ik een luie breier ben. Ik hou niet van tellen, controleren of ik alles goed heb gedaan en al helemaal niet van uithalen omdat ik het fout doe. Daarom maak ik het mezelf gemakkelijk zodat ik zo min mogelijk hoef te tellen en uit te halen!

• Geef met gekleurde stiften elk teken een eigen kleur. Dus alle 2 recht samenbreien geel, alle overhalingen blauw, etc. geef in de legenda aan welk teken welke kleur heeft. Je ziet nu in één oogopslag wat je moet doen.
• Er bestaan kleine, doorschijnende, plakkende boekenleggers die je heel handig kunt gebruiken om in een patroon aan te geven bij welke naald je bent gebleven.
• Geef met steekmarkeerders de patroonherhaling aan. Dus als een patroonherhaling 15 steken is, dan plaats je na elke 15 steken een steekmarkeerder. Je kunt nu veel sneller zien of je een foutje hebt gemaakt en je weet dan ook in één oogopslag waar je de fout hebt gemaakt.

Tip 5: aan de slag!

Het lijkt allemaal misschien nog steeds moeilijk en ingewikkeld. Maar dat is het niet. Het beste kun je gewoon op een proeflapje beginnen en kijken of je eruit komt. Let dan op het volgende:

• Elk vierkantje is een steek. Dus als er 15 vierkantjes zijn, heb je 15 steken.
• Elk tekentje is één steek. Dus 3 recht samenbreien is aangegeven als één steek.
• Het aantal omslagen (meerderingen) en samenbreien/overhalingen (minderingen) is gelijk aan elkaar zodat het aantal steken gelijk blijft.
• Tussen de steekmarkeerders heb je steeds hetzelfde aantal steken.
• In de meeste gevallen wordt alleen de heengaande naalden aangegeven in een kantpatroon. De teruggaande naalden worden averecht gebreid.
• Een omslag als je recht breit gaat als volgt: breng de draad van achter het werk naar voren en haal hem over de rechternaald. In de teruggaande naald averecht brei je deze steek gewoon waardoor er een gaatje ontstaat. Dit typeert kantbreien.  Een averechte omslag wordt zelden gebruikt maar gaat als volgt: breng de draad van voor het werk naar achter en haal hem over de rechternaald.

Ik ben reuze benieuwd of je het nu aandurft om een kantpatroon te proberen! Ik zie de resultaten graag.