In mijn vorige blog schreef ik over (geschenk)buideltjes en deelde ik met jullie het basispatroon voor het haken van een buideltje (of: klein rond tasje). In deze blog wil ik jullie laten zien dat je, als je eenmaal weet hoe de basis eruit ziet, eindeloos kunt variëren met het patroon. In het bijzonder wil ik het hebben over het gebruiken van de margrietsteek, die bij het haken van buideltjes mijn favoriet geworden is.
Welke steken zijn niet geschikt voor een buideltje?
Om inspiratie op te doen en dingen uit te proberen, pakte ik ‘de Haakbijbel’ van Sarah Hazell waar maar liefst 200 verschillende haaksteken in staan. Hier moest ik toch iets leuks kunnen vinden. Een open steek als de honingraatnetsteek of steken met schulpen, mazen en arcades? Prachtig, maar niet geschikt voor een buideltje als je er iets in wilt doen. Alles zou door de openingen steken of er zelfs uitvallen. Het kan wel als je er een stoffen binnen buideltje in naait, maar daar ben ik niet naar op zoek.
Chevrons, golven en zigzagsteken vallen ook af omdat ze niet recht zijn. Je zou het buideltje dan nooit recht neer kunnen zetten, of je moet de steek helemaal aanpassen in je eerste toer(en). We komen dus al snel uit op een dichte, stevige steek, waar niets tussendoor kan steken en die ervoor zorgt dat het buideltje redelijk stevig kan staan.
Wel geschikt:
Reliëfsteken of ribbels, die zouden zeker geschikt zijn. Wel is het handig om, als je met van die ‘structuursteken’ werkt, alles in één kleur te haken. Ook siersteken met pieklussen of bobbels leken me geschikt.
Na wat uitproberen kwam de al eerder genoemde margrietsteek als mijn favoriet uit de bus. Het is een siersteek met pieklussen die je kunt gebruiken als het aantal steken waarmee je haakt deelbaar is door twee, en dat is in het geval van een buideltje zo. De steek lijkt wel wat op een bloempje, maar je kunt er ook een ster in zien.
De margrietsteek gebruiken in een buideltje
Tijdens het haken merkte ik dat een siersteek het mooist uitkomt bij lichte kleuren. Ik haakte ook een buideltje in donderbruin met één margrietsteek-rand, maar daar komt het lang niet zo mooi uit als in mijn lichtgroene buideltje (twee margrietsteek-randen) of de witte (helemaal margrietsteek).
Als je de margrietsteek (of een andere siersteek) in een buideltje of in een tasje wilt gebruiken, is het handig om na het haken van de bodem (voor de beschrijving hiervan zie mijn vorige blog) nog twee rondes vasten omhoog te haken (zonder te meerderen). Dit geeft meer stevigheid.
Je kunt daarna de siersteek gaan haken tot je bijna wilt beginnen met de ronde waarin je de gaten voor het koordje haakt (zie hiervoor de beschrijving in mijn vorige blog). Mijn advies is om voordat je hiermee begint, twee of drie rondes vaste te haken. Als je het buideltje later met het koordje dichttrekt, komt de siersteek daar namelijk helemaal niet tot zijn recht en dan lijken vasten gewoon netter. Ditzelfde geldt voor de ronden ná de ronde met gaten voor het koordje.
Welke steek zou jij gebruiken in een buideltje?
Want er zijn nog zo veel andere mogelijkheden! Ik zie graag jullie voorbeelden!
Nel Deckers
op 10 Sep 2017