In deel 1 heb je kunnen zien hoe je op ruitjespapier je eigen ontwerp tekent voor een persoonlijk gordijn in filethaakwerk. Nu wordt het tijd om deze tekening om te zetten naar het gordijn. Een punt van aandacht is het meerderen en minderen in filethaakwerk, dus dat gaan we beschrijven. Met deze tips kun je elk filethaakpatroon haken, zelf getekend of gevonden in een jaren 1970 haakboek of online.
De opzet
Voor de stekenverhouding zie deel 1.
We beginnen met uitrekenen hoeveel lossen je moet haken voor het begin. Tel elk hokje aan de zijkant en vermenigvuldig met 3, +1 voor het laatste stokje. Heb je de ophanglussen zoals ik ze doe, dan tel je er nog 9 + 4 bij. Tel in beide gevallen hier 3 keerlossen bij. En begin dan in de 4e losse vanaf de haaknaald te haken met stokjes. De eerste 4 stokjes vormen het eerste ruitje, dan eventueel de 9 lossen van de ophanglus, dan weer 4 stokjes en dan 2 lossen (afhankelijk van je patroon). Je haakt op elk lijntje van je ruitjespapier een stokje, voor een open hokje betekent dit dat je steeds 1 stokje haakt, 2 lossen, sla 2 lossen over, 1 stokje, in de volgende toer haak je dan weer stokjes in de stokjes en 2 lossen boven de 2 lossen. Kom je een gesloten hokje tegen, dan haak je 2 stokjes in het lossenboogje eronder of in de stokjes eronder. Zie foto hoe dat eruit ziet in een haakschema.
Hoe de ophanglussen gehaakt worden is beschreven in deel 1
Als de onderrand niet recht wordt, zul je moeten meerderen en minderen. Aan het eind van je toer: aIs je toer een hokje korter is het simpel, dan haak je niet op de laatste drie stokjes, maar maak je je keerlossen voor het eerste stokje en ga je gelijk terug. Is je toer een hokje langer dan de vorige, dan haakje 5 lossen, keer, haak 1 stokje in de 4e, 5e en de 6e losse en dan ben je weer waar je moet zijn.
Het kan ook zijn dat je moet verspringen aan het begin van de teruggaande toer. Als die toer een hokje korter is, haak je hv langs de bovenkant, tot en met het stokje waar je moet beginnen, daar maak je dan je 3 keerlossen en je kunt weer verder.
Is je toer een hokje langer, dan haak je door tot het stokje in de laatste steek, dan steek je in in dezelfde steek alsof je een stokje gaat maken, haal de draad op, normaal zou je nu de draad door 2 lusjes trekken, nu doe je dat niet, maar haal je de draad eerst door 1 lusje, daarna maak je het stokje af zoals gewoon (dus omslaan, door 2 lusjes halen, omslaan, door 2 lusjes halen). Je hebt nu 1 stokje gemeerderd.
Steek nu onderaan aan de zijkant in het nieuwe stokje, en meerder op dezelfde manier nog een stokje. En herhaal dit nog een keer. In totaal meerder je zo 3 stokjes.
Als het gordijn klaar is, en de draadjes weggewerkt, kun je ‘m wassen (kijk voor wasinstructies op de garenwikkel van je bol) / nat maken onder de kraan. Voorzichtig uitwringen en dan nat ophangen op de gordijnroede zoals je hem wilt hebben. Nu hij nat is, kun je hem nog in model trekken. Mocht je er puntjes aan gehaakt hebben, en die niet helemaal recht willen hangen, kun je er wasknijpers aan hangen tot het gordijn goed droog is. Katoenen garen is over het algemeen goed wasbaar in de wasmachine, gebruik eventueel een waszak en als je erg twijfelt, het fijnwasprogramma van je wasmachine. Ook na een wasbeurt nat ophangen en goed in model trekken.
Zelf vind ik filethaakwerk heel leuk om te doen, niet moeilijk, dus perfect geschikt voor een tv avond op de bank, en toch niet saai omdat je zo’n leuk patroon onder je vingers vandaan ziet komen. Als je eenmaal aan de tweede herhaling begonnen bent, heb je het patroon ook niet meer nodig, dan kun je in je werk terugkijken wat je moet doen.
Heel veel haakplezier gewenst vanuit Zweden,
Corina van Krieken – van den Hoofdakker
Corina
op 15 Oct 2020godelieve
op 23 Oct 2020