Wolkensteek 3 en wolkenkussen haken
Wolkensteek 3 en wolkenkussen haken

Net zoals er verschillende wolken zijn, zijn er ook verschillende wolkensteken bij haken.

In mijn vorige blogs vertelde ik al dat er 3 verschillende wolkensteken zijn om te haken. Daarbij gaf ik uitleg over de eerste en tweede wolkensteek. In dit blog ga ik de derde wolkensteek behandelen en gaan we verder haken aan het wolkenkussen dat bestaat uit deze drie verschillende wolkensteken en gaan we de voor- en achterkant aan elkaar haken!

Hoe haken we wolkensteek 3:

Het stekenaantal dat we nodig hebben bestaat uit een meervoud van 2 plus 1. Eenvoudig gezegd: we haken ook hier een lossenketting met een oneven aantal.

Gebruikte steken: L = Losse, V = Vaste en ST = Stokje, stekencluster = (1V, 2ST) in 1 steek

Haak dus een oneven aantal Lossen

Toer 1: begin in de 4e losse vanaf de haaknaald: 1ST, *sla 2 L over, (haak de stekencluster = 1V, 2ST) in 1 L*, herhaal *-* tot de laatste 2L van de toer, sla 1 L over, 1V in de laatste L, keer

Toer 2: 3L, 1ST in 1e V, *(1V, 2ST) in de V van de stekencluster; sla dus de 2ST over*, herhaal *-* tot het einde van de toer en haak als laatste 1V in de 3e L van de 3 beginlossen van de vorige toer, keer

Herhaal toer 2 totdat u de juiste hoogte heeft bereikt. Doordat we toer 2 telkens herhalen is er geen goede of verkeerde kant van het haakwerk.


Wolkenkussen deel 3: 

we gaan nu verder met het laatste deel van het wolkenkussen. Het stekenaantal moet bij deze steek dus een oneven aantal zijn als we zouden beginnen met een lossenketting. Maar we beginnen niet met een lossenketting, want we hebben wolkensteek 1 en 2 al gehaakt. Na het haken van wolkensteek 2 voor het kussen hebben we al 63 steken. Dit oneven aantal is goed voor wolkensteek 3, dus we hoeven niet te meerderen of te minderen.

Om een duidelijker verschil te laten zien heb ik wolkensteek 2 gehaakt met wit garen en haaknaald 4 en ga ik wolkensteek 3 weer met groen garen haken en haaknaald 4:

Toer 1: 3L, 1ST in de 1e steek (= 1V), *sla 2 steken (=2 HST) over, (haak de stekencluster = 1V, 2ST) in 1V*, herhaal *-* tot de laatste 2 steken van de toer, sla 1 HST over en haak 1V in het laatste HST, keer




Toer 2: 3L, 1ST in 1e V, *(1V, 2ST) in de V van de stekencluster; sla dus de 2ST over*, herhaal *-* tot het einde van de toer en haak als laatste 1V in de 3e L van de beginlossen van de vorige toer, keer

Herhaal Toer 2 tot een hoogte van 40 cm.  Ook voor dit deel gebruikte ik ongeveer 110 meter.

We hebben nu 1 deel van 40 x 40 cm van het kussen gehaakt. Haak nu nog een deel van 40 x 40 op dezelfde manier.

Daarna gaan we het kussen aan elkaar haken:

Totaal heeft u voor dit kussen dus 220 meter wit garen nodig en 440 meter groen garen. Voor het haken van een eenvoudige vastenrand heeft u nog zo’n 12 meter groen garen nodig. Bovendien heeft u een kussenvulling van 40 x 40 cm nodig.

Leg de delen op elkaar en begin bij een hoek. Haak met groen garen 1 Vaste door de voor- en achterkant van het kussen. Doe dit rondom het kussen; ik heb ongeveer 65 Vasten aan elke kant gehaakt, maar het mogen er meer of minder zijn zolang de rand niet lubbert of trekt. Vergeet de kussenvulling niet!


Nu zijn we helemaal klaar met het kussen! Wat vindt u van de steken en heeft u een voorkeur voor een steek?




Reactie plaatsen