Hoedjes parade --> tips bij het haken van een hoedje
Hoedjes parade --> tips bij het haken van een hoedje

Hoedjes parade --> tips bij het haken van een hoedje

tips bij het haken van een hoedje
-->

Zomerhoeden zijn in allerlei soorten, maten en kleuren te koop. De rieten zomerhoed is de meest bekende. De kleur van het riet kleurt mooi bij een bruine huid. Hoeden in kleur of vrolijk design passen ook bij een zonnige dag


Zomerhoedjes haken met een haakpatroon. Een patroon om een eenvoudig hoedje te haken voor de zomer haak je met stokjes en lossen. Een hoed beschermt je haren en gezicht tegen de zon.

Maar hoe maak ik een goed passend hoedje ????

Op het net staan honderden patronen van zomerse hoedjes. De een wat opvallender dan de andere …
Awel, dat is een beetje zoeken, en vooral, een kwestie van ‘trial and error’.
Een van de moeilijkste haakwerken, vind ik zelf ongetwijfeld mutsen en hoeden.
Het haken op zich is niet moeilijk, een MOOI EN GOED PASSEND hoedje maken is allen niet simpel.
Te groot, te diep, te klein, te kort, …

Hier bij volgen enkele tips bij het haken van een hoedje
1. Start met een magische cirkel
2. Ronde 1 : kies een aantal startsteken : vb. 12 vasten, of 8 stokjes, of …granny-steken of … whatever.
3. Ronde 2 : verdubbel je steken : dus in elke steek (of stekengroep) 2 steken.
4. Ronde 3 : 1steek gewoon, 1 steek verdubbelen : x   , voor de ganse toer dus.
5. Ronde 4 : 1 steek gewoon, 1 steek gewoon, 1 steek verdubbelen.
6. Ronde 5 : 1 steek gewoon, 1 steek gewoon, 1 steek gewoon, 1 steek verdubbelen

Ondertussen is het belangrijk : dat je naar het hoofd (of hoofdomtrek kijkt) : je cirkel moet KLEINER zijn dan de kruin. Dus dit is echt zeker in het begin een trial and error-zaak, tot je eenmaal doorhebt waar je moet stoppen. Leg dus regelmatig je cirkel op het hoofd van de bestemmeling. De cirkel moet dus KLEINER ZIJN dan de volle kruin van de mens.
In dit proces is ook belangrijk te kijken naar je cirkel tijdens de meerderingstoeren. OP een bepaald moment zal je zien dat je cirkel begint te ‘floeberen’, dus geen mooie cirkel meer is, maar gaat golven, (beetje zoals een kwal zeg maar. Ik kan niet voorspellen wanneer dat gebeurt, dat hangt af van je garendikte enzovoort.
Dus let ook op dat je cirkel niet gaat floeberen.
Als je merkt dat dus in het proces van toer 3 tot …… (dus tijdens de meerderingstoeren) je toch floeberingen krijgt : dan haak je er een toer tussen ZONDER MEERDERINGEN. (voorbeeld : stel : ik zit aan 40 stokjes, mijn cirkel begint te floeberen en is nog niet groot genoeg voor mijn muts of hoed, dan doe ik een toer van 40 steken, en daarna pas weer een meerderingstoer.
Als volgens jou je cirkel groot genoeg is. Wel dus kleiner dan de kruin, dan ga je ‘recht’ verder haken. Dus zonder meerderingen.
Je haakt en haakt en haakt tot je muts lang genoeg is. (hier ook weer in het begin trial and error) Vb. : voor een standaard damesmuts neemt men als algemene lengte 18 cm, maar geen enkel hoofd is gelijk.
(tusseninnetje : ik vind het ook mooier voor de vorm van een muts of hoedje als je zelfs zonder floeberingen net voor je stopt met meerderen sowieso een toer ‘gewoon recht’ haakt en dan nog een keer meerdert erna, dan is de golving van de hoed of muts mooier. Als je meerdert en dan ineens stopt en recht gaat haken vind ik vaak de overgang te ‘grof’, te ‘bloempotachtig’.

Rand : als je muts-hoed lang genoeg is, is het tijd voor de rand.
Na het haken van je ‘bol’ ga je de rand maken.
Stel : je hebt 60 steken. (of gelijk welk ander getal…) Na de laatste ronde bol :
1. eerste toer rand : ik neem voor een uitstaande rand 1/4 tot 1/6 vermeerderen. Dus hier zou ik dus bijvoorbeeld gaan doen : 1 vaste in de eerste 5 vasten, 2 steken in de volgende steek) x 10. : totaal van 70 steken. (als je echt een ‘opstaande rand’ wil zou ik ook deze eerste toer LANGS DE GOEDE KANT VAN HET WERK DOEN ENKEL IN DE VOORSTE LUS.
2. Tweede toer rand : 1 vaste in de eerste 6, 2 vasten in de volgende ) x 0 (in beide lussen insteken) : 80 steken
3. Derde toer : (1 vaste in de eerste 7, 2 vasten in de volgende) x 6 : 90 steken.

Snappen jullie? Dus eigenlijk gewoon regelmatig meerderen.
Als de boel weer gaat floeberen eventueel tussenin een rondje gewoon zonder meerderen. Wil je juist wel floeberen voor een nonchalante hoed met echt brede rand kan je in de vorige toeren wat extra meerderen (dus eerste ronde 6 steken meerderen, tweede ronde 8 en derde ronde 10 ofzo)  Op het einde een paar rondjes gewoon.
En niet vergeten : mutsen en hoeden zijn schoon, maar vaak een bron van frustratie, omdat het gewoon zoeken is naar wat echt goed past. Dus niet opgeven!

Marije
Door

Marije

op 28 Aug 2022

Wat is voor jou ‘de kruin’? Is dat alleen echt het bovenste puntje van iemands hoofd. Of is dat totdat de ronding minder wordt, of liever de helling duidelijk steiler? Ik vind het lastig om te bepalen waar de overgang is.

Reactie plaatsen