Met de wafelsteek kun je allerlei dingen maken zoals pannenlappen, een deken, een babyslaapzak enz. Ik heb hem zelf nog nooit gehaakt, maar ik denk dat ik er een deken van ga maken voor op mijn dochter haar kamer. We hebben pas haar kamer veranderd en 1 muur mint groen geverfd, dus ga ik de deken in groen tinten maken. Hieronder geef ik een uitleg over hoe je de wafelsteek maakt.
Voor een proeflapje maak je 26 lossen (7×3=21, 21+5=26). Steek in, in de vierde losse vanaf de naald en haak een stokje. Haak een stokje in iedere losse. Je hebt nu 23 stokjes en 3 keerlossen.
- Start met een ketting van lossen. Neem een veelvoud van 3 en voeg daar nog 5 lossen aan toe.
- Start iedere rij met 2 lossen. Normaal gesproken start ik met 3 lossen wanneer ik stokjes ga haken, maar omdat ik om de rij ga starten met een reliëfstokje houd ik deze keer 2 lossen aan, dat vind ik mooier. Dan keren en haak een reliëfstokje voorlangs om het tweede stokje van de vorige rij. Haak een gewoon stokje op de volgende twee steken. Dan weer een reliëfstokje voorlangs het volgende stokje en dan weer 2 gewone stokjes. Blijf dit herhalen. Eindig met een reliëfstokje voorlangs het laatste stokje en een gewoon stokje op de 3 lossen ketting (keerlossen van de basisketting).
- Start weer met 2 lossen en keer om. Haak nu een gewoon stokje op de reliëfstokjes van de vorige rij en een reliëfstokje op de gewone stokjes van de vorige rij. Dus alles precies andersom (in deze rij dus 1 gewoon stokje en 2 reliëfstokjes, 1 gewoon stokje en 2 reliëfstokjes enz. enz.). Eindig deze rij met een gewoon stokje op het laatste stokje en een gewoon stokje op de ketting van 2 lossen (keerlossen van de vorige rij).
- Start weer met 2 lossen en keer om. Haak om en om een reliëfstokje en 2 gewone stokjes, net als in rij 2.
- Net als rij 3.
Rij 2 en 3 herhalen. Haak door tot je lapje vierkant is (7×7 “hokjes” in de wafel). Eindig met rij 2. Afhechten.
Nu kun de 5 vakjes in het midden meten. Meet van links van een reliëfstokje tot links van een reliëfstokje, dus één vakje zonder zijkant. Dit is namelijk de herhaling, de veelvoud van 3 die we aan het begin hebben aangehouden. Die heb je weer nodig voor de maatbepaling.
Aan de hand van die gegevens, … steken = … cm, kun je uitrekenen hoeveel steken en hoeveel rijen je zou moeten maken om een bepaalde maat te bereiken.
Bij mij zijn 5 vakjes 9 cm. Dat zijn dus 5 keer 3 beginlossen = 15 beginlossen.
Stel dat ik een deken wil maken van 180 cm (veelvoud van 9 aanhouden, is makkelijker rekenen) dan deel ik 180 door 9 = 20. Ik ga dus 20 x 5 vakjes maken = 20 x 15 beginlossen = 300 beginlossen. Voor mijn deken maak ik dus 300 + 5 = 305 beginlossen.
Dit was het weer voor deze week, veel haakplezier allemaal .
Groetjes Belinda
Francisca
op 21 Dec 2018