Maak jij één van deze 5 beginnersfouten bij het haken? Haken heb je makkelijk geleerd, maar het zal wel nog even duren voordat je geen beginnersfouten meer maakt!
Het is eigenlijk gewoon een kwestie van veel oefenen, maar vandaag bespreek ik 3 beginnersfouten bij het haken.
Ook deel ik enkele tips om deze beginnersfouten te omzeilen! Veel succes!
1: Leren haken: Te strak haken
Het is misschien wel de meest voorkomende fout bij mensen die leren haken: te strak haken. Je trekt de draad steeds strakker aan, en als een gevolg kun je bij de volgende rij of toer je haaknaald niet meer in die strakke steken wrikken. Wat nu?
Je haakt waarschijnlijk te strak omdat je nog moet wennen aan hoe je je haakwerk, garen en haaknaald vasthoudt. Voor rechtshandige haaksters heb je je haaknaald in je rechterhand, en je haakwerk in je linkerhand. Daarbij hou je het garen ook nog vast met je linker-wijsvinger. Het is belangrijk dat je het garen niet te strak vastklemt, maar dat je het juist een beetje laat vieren.
Als dit niet genoeg is voor jou om losser te haken, probeer dan elke steek wat langer te trekken met je haaknaald. Een grotere maat haaknaald proberen kan ook helpen!
2: Help, wat is de volgende steek?
Toen ik zelf haakworkshops gaf, merkte ik dat deelnemers het lastig vonden om te zien wat de volgende steek is. Na een tijdje leer je hoe steken eruit horen te zien, en kun je makkelijk herkennen wat je laatste steek is en waar je die hebt gemaakt. Maar op het begin kan ik me voorstellen dat je werk er voor jou uitziet als een wirwar van draadjes.
Je kunt je steken op twee manieren herkennen: van de voorkant of van de bovenkant. Hierboven op de linker foto zie je dat de steken van de voorkant eruit zien als V-tjes. Je ziet twee lusjes die samenkomen in de steek eronder. Op de rechterfoto wordt met het groene pijltje aangegeven welke steek je net hebt gemaakt.
Als er in het patroon staat dat je een meerdering moet maken, ga je nu nog eens in deze steek. Maar meestal haak je gewoon één steek per steek, en dan haak je dus in de steek bij het blauwe pijltje.
Wat je ook kunt doen, is naar de bovenkant van je steken kijken en ze zo tellen. Van de bovenkant zien je steken er namelijk uit als een soort vlecht. Nog steeds kun je ze herkennen als V-tjes, zo zie ik ze tenminste.
Voor je volgende steek kijk je altijd naar de eerste volledige V, dus niet eentje die maar half zichtbaar is. Trek gewoon een beetje aan je werk om goed te kunnen zien hoe je werkje in elkaar steekt.
3: Verkeerd minderen
Er zijn verschillende manieren waarop je bij een haakwerk kunt minderen. Vaak wordt er gezegd dat je eerst door de eerste steek een lus moet ophalen, daarna je haaknaald in de tweede steek steekt en daar ook een lus ophaalt, en daarna je haak door beide lussen haalt. Dit wordt op het plaatje hierboven geïllustreerd.
Hoewel dit soms een optie is aangezien je werkje er aan de achterkant ook redelijk mooi uitziet, is het voor de voorkant niet de meest onzichtbare manier om te minderen. Bij een werkje waar je beide kanten gaat zien, zoals bijvoorbeeld bij een sjaal, kun je deze techniek overwegen.
Maar voor bijvoorbeeld knuffels of kussens, waar je de achterkant niet meer gaat zien, kun je het beste anders minderen.
Bij deze manier ga je tegelijkertijd door de voorste lussen van de eerste en tweede steek, en haakt verder als bij een gewone steek. Voor foto’s en meer uitleg kun je hier terecht bij mijn blog van vorige week, over meerderen en minderen bij haken.
Beginnersfouten bij het haken deel 2
Kom volgende week ook even kijken, dan leg ik je uit hoe je het mooiste van kleur kan wisselen, en wat de beste manier is om in het rond te haken.
Welke fouten maakte jij als beginnend haakster? Heb jij nog tips die je wilt delen met anderen?
Tatiane
op 15 Oct 2014Tania
op 16 Mar 2017Chantal
op 05 Oct 2017Christiane
op 14 Jan 2019Nel kantersl
op 13 May 2023Trudy de Haan
op 30 Mar 2019