Geniet u ook altijd van het versieren van uw huis voor de feestdagen? En wat is er nu leuker dan het versieren van uw huis met zelfgemaakte versieringen. Wat gaat u dit jaar haken of breien?
Zelf ben ik dit jaar van plan de tafel iets meer te versieren. Wat ik voornamelijk ga maken zijn deze onderzetters voor de mokken. Helemaal in de sfeer van kerst met leuke decoraties erop. Ze worden trouwens groot genoeg om ook kleine schaaltjes op te zetten.
Deze onderzetters worden gehaakt met de techniek Intarsia. Deze techniek houdt in dat u bij elke kleurwissel verder gaat met de nieuwe kleur en de oude kleur laat hangen totdat u die weer nodig heeft. Wilt u meer informatie over Intarsia, kijk dan eens naar mijn blog daarover (mijn vorige blog). Daarin staat namelijk ook vermeld in welke steek u van kleur moet gaan wisselen en hoe u dat moet doen.
Bij de onderzetter waarbij de boom 1 kleur heeft, gebruiken we 2 bolletjes wit voor de zijkanten en 1 bolletje groen voor de boom en ook nog 1 kleur bruin voor de stam.
We beginnen aan de onderkant met wit en zodra we bij de toer van de stam aankomen, gaan we witte steken, bruine steken en weer witte steken haken. We gebruiken dan dus 3 bolletjes garen. Dit ziet er dan zo uit:
Bent u al meer bekend met Intarsia haken, dan kunt u volgens onderstaande grafiek haken, waarbij u rekening houdt met het volgende:
Elk vakje is 1 Vaste (G = 1 Groene Vaste, B = Bruin en een leeg Vakje = 1 Witte Vaste)
Aan de linkerkant staan de toeren vermeld; oneven toeren = Goede Kant
De oneven toeren leest u van rechts naar links; de even toeren leest u van links naar rechts
Er zijn dus 4 bolletjes garen nodig: 2 witte bolletjes voor de zijkanten, 1 bruin bolletje voor de stam en 1 groen bolletje voor de boom
Aan het eind gaan we nog een decoratieve rand om de onderzetter haken met 2 kleuren.
Deze onderzetters worden gehaakt met haaknaald 2,5 en garen voor 2,5 – 3,5 (Ik heb hiervoor SMC Catania gebruikt). Ze worden dan ongeveer 16 cm breed en 15 cm hoog.
U heeft voor de onderzetter met groen en wit nodig:
30 gram (= 75 meter) wit garen
10 gram (= 25 meter) groen garen
5 gram (13 meter) bruin garen
Gebruikte steken: V = Vaste, L = Losse,
1W = 1 witte Vaste, 2W = 2 witte Vasten, etc
3B = 3 bruine Vasten
1G = 1 groene Vaste, 2G = 2 groene Vasten, etc
Hieronder volgt het volledig beschreven patroon:
De onderzetter in groen en wit met bruine stam:
Haak met wit een ketting van 37 Lossen:
Toer 1 Goede Kant: haak in de 2e Losse vanaf de haaknaald 1V en verder in elke Losse: 1 Vaste, keer = 36V
Toer 2 t/m 4: 1L (telt niet mee als steek): 36V, keer
In toer 5 gaan we het bruine garen voor de stam toevoegen en nog 1 extra bolletje wit garen:
Toer 5: 1L, 17W, verander van kleur naar bruin in de laatste witte Vaste, 3B, verander van kleur in de laatste bruine Vaste naar wit, 16W, keer
Toer 6: 1L, 16W, 1B, 17W, keer
Toer 7 en 8: herhaal toeren 5 en 6
In toer 9 gaan we het groene garen voor de boom toevoegen; we hebben het bruine garen voor de stam niet meer nodig, dus die kunnen we afknippen:
Toer 9: 1L, 7W, verander van kleur naar groen, 23G, verander van kleur in de laatste groene naar wit, 6W, keer
Toer 10: 1L, 6W, 23G, 7W, keer
Toer 11: 1L, 8W, 21G, 7W, keer Toer 12: 1L, 7W, 21G, 8W, keer
Toer 13: 1L, 9W, 19G, 8W, keer Toer 14: 1L, 8W, 19G, 9W, keer
Toer 15: 1L, 10W, 17G, 9W, keer Toer 16: 1L, 9W, 17G, 10W, keer
Toer 17: 1L, 11W, 15G, 10W, keer Toer 18: 1L, 10W, 15G, 11W, keer
Toer 19: 1L, 12W, 13G, 11W, keer Toer 20: 1L, 11W, 13G, 12W, keer
Toer 21: 1L, 13W, 11G, 12W, keer Toer 22: 1L, 12W, 11G, 13W, keer
Toer 23: 1L, 14W, 9G, 13W, keer Toer 24: 1L, 13W, 9G, 14W, keer
Toer 25: 1L, 15W, 7G, 14W, keer Toer 26: 1L, 14W, 7G, 15W, keer
Toer 27: 1L, 16W, 5G, 15W, keer Toer 28: 1L, 15W, 5G, 16W, keer
Toer 29: 1L, 17W, 3G, 16W, keer Toer 30: 1L, 16W, 3G, 17W, keer
Toer 31: 1L, 18W, 1G, 17W, keer Toer 32: 1L, 17W, 1G, 18W, keer
De boom is nu klaar, dus u kunt het groene garen en het 2e witte bolletje afknippen; we gaan verder met het 1e witte bolletje garen.
Toer 33: 1L, 36V, keer
Toer 34 t/m 36: herhaal toer 33. Knip het draad niet af.
U kunt varieren met de kleuren van de boom door telkens 2 toeren van de boom in een andere kleur te haken.
Rand:
Toer 1: rondom de onderzetter gaan we 1 rand met Vasten haken:
ga verder met het witte garen en haak gelijkmatig Vasten: begin aan de bovenkant: 1L, 1V in elke V = 36 Vasten
zijkant met: 1 Vaste in elke (zijkant van de) toer = ook 36 Vasten
vervolgens haken we 1 Vaste in elke Losse van de onderkant = ook 36 Vasten
ga verder met de andere zijkant: 1V in de zijkant van elke toer = ook 36 Vasten
na de laatste Vaste haakt u 1HV in de 1e witte Vaste. Knip het witte garen niet af.
Toer 2: we gaan nu nog een sierrand haken met afwisselend groen en wit garen.
a. Wit: haak 3 Lossen, haal de haaknaald uit de lus en ga verder met:
b. Groen: bevestig het groene garen door 1 Vaste te haken in de volgende Vaste (naast de 3 witte lossen), haak 3 Lossen, haal de haaknaald uit de lus en ga verder met:
c. Wit: haak 1 Vaste in de volgende Vaste (sla de Groene Vaste over), haak 3 Lossen. Haal de haaknaald uit de lus en ga verder met:
d. Groen: haak 1 Vaste in de volgende Vaste (sla de Witte Vaste over), haak 3 Lossen. Haal de haaknaald uit de lus en ga verder met:
Herhaal c en d. (zie foto hieronder als voorbeeld op de foto heb ik afwisselen zwart en rood gebruikt, zodat de steken beter zichtbaar zijn)
Vindt u de rand te strak worden, haak dan 4 Lossen ipv 3 Lossen; vindt u de rand te wijd worden, sla dan af en toe 1 Vaste over.
Komt u bij een hoek haak dan 1 groene en 1 witte Vaste (met Lossen) in dezelfde Vaste. Ga daarna verder met het patroon.
Laatste steken: als u de laatste Lossen van groen of wit heeft gehaakt (de kleur waar u mee eindigt), haak dan geen Vaste, maar 1 Halve Vaste in de steek, knip het draad af en werk de draadjes af.