Haakschema lezen deel 2. Vorige keer hebben we een paar steken doorgenomen. Haakpatronen zijn best leuk en makkelijk om te lezen. Je moet alleen even weten wat welke tekens zijn. Deel 1 van haakschema’s lezen is hier te vinden. Deze week gaan we meer steken bespreken.
Nog even een korte herhaling van vorige week
De basissteken
Deze basis steken worden vaak zo gebruikt wat ik heb gemerkt in de praktijk, maar soms kunnen deze symbolen per tekeningen wat afwijken. Hou daar wel rekening mee!
Haken in de voorste of achterste lus
Soms worden er in bepaalde tekeningen aangeduid dat je alleen in de voorste of achterste lus moet insteken voor het patroon.
Een ͜ (boogje met de punten naar boven) betekend insteken in de voorste lus. Het teken meteen boven het boogje geeft aan wat voor een steek in je die voorste lus moet haken.
Een ͡ (boogje met de punten naar beneden) betekend insteken in de achterste lus. Het teken meteen boven het boogje geeft aan wat voor een steek in je die achterste lus moet haken.
Samenvoeging van symbolen
Wanneer de symbolen boven aan verbonden zijn, een streep aan de bovenkant van meerdere steken, dan geeft dat aan dat de steken samen worden gehaakt, als een bundel.
Zijn de steken aan de onderkant verbonden aan elkaar, betekend dat je deze steken in één steek moet samen haken.
Wanneer de steken aan de onder en boven kant worden samen gehaakt, heb je vaak te maken met een kopje, een nop of een moes.
Reliëf steken
Het haakwerk wordt door een reliëf steek niet meer één gladde lap stof maar de steken komen wat naar voren en wat naar achteren. Zie hiervoor ook mijn blog over de Wafelsteek.
Ik hoop dat jullie de basissteken zo een beetje kennen en in ieder geval met een basis schema een beetje overweg kunnen.
Wat vinden jullie van deze steken?
Friedl
op 14 Feb 2018