Haakpatronen voor Dummies

Vandaag: haakpatronen voor Dummies! Hoe vaak kom je het niet tegen? Je vindt op het internet het project van je dromen, dé nieuwe uitdaging. Maar dan…

Er is geen beschrijving hoe je het moet maken, enkel een patroon. Je kent de symbolen niet, weet niet hoe je van het patroon een mooi haakwerk kan maken. Dan is hier de oplossing: haakpatronen voor dummies.

Deel op je Twitter: [tweetquote]@Breiclubnl heeft me uitgelegd hoe je haakpatronen kan lezen. Nu begin ik het eindelijk te snappen! Yes![/tweetquote]

We gaan je stap voor stap duidelijk maken welke steek voor welk symbool staat. Na deze blog zal je op zijn minst een basispatroontje kunnen lezen!

Basissteken bij haken

Vooraleer je de symbolen kan lezen en begrijpen, is het belangrijk om de basissteken onder de knie te hebben.

Laat volgende afbeeldingen de juiste toedracht geven.

Losse

De losse is de basissteek van elk haakwerk.

Het wordt als beginsel van (bijna) alles gebruikt.

Het symbool is een kleurloos ovaal, zoals weergegeven op de tekening.

Vaste

Een vaste is een veel gebruikte steek. De steek is niet zo hoog.

Het is een steek die voor stevigheid in je werk zorgt.

De vaste wordt als een ‘x’ , ‘+’ of een | weergegeven.

Half vaste

Een half vaste wordt onder andere gebruikt om een verbinding tussen 2 steken te maken. Zo kan het een lossenketting met elkaar verbinden door de eerste steek te verbinden met de lus op je haaknaald.

Een half vaste wordt weergegeven als een zwart gekleurd bolletje of ovaal.

Stokje

Na een vaste is een stokje ook één van de meest gebruikte steken. Het is in hoogte groter dan een vaste.

Het symbool voor een stokje is een ‘smalle T’ met een streepje door.

Haakpatronen lezen: een test!

Met bovenstaande beschrijving zou je in staat moeten zijn om een simpel patroontje te lezen. Natuurlijk baart enkel oefening kunst. Door het vaak ‘lezen’ van patronen word je vertrouwd met de gebruikte symbolen.

Laten we een test doen. Hieronder kan je een eenvoudig patroon terug vinden van een granny square. Daaronder kan je de geschreven versie van het patroon terug vinden. Probeer voor jezelf eerst het patroontje te lezen zonder naar het geschreven deel te kijken.

Rij 1 ( middelste blauwe cirkel ): haak losse en sluit de cirkel door een half vaste te haken in de eerste steek.

Rij 2: haak 3 losse ( dit staat voor vervanging van 1 stokje). Haak 2 stokjes. Haak 2 losse. *Haak 3 stokjes, haar 2 lossen*. Herhaal van * tot * nog twee maal. Sluit de cirkel door een half vaste ( zwart bolletje) te haken in de 3e beginlosse.

Rij 3: haak op elk van de 2 stokjes en 1 losse van rij 2 een half vaste (blauwe bolletjes). Haak 3 lossen, gevolgd door 2 stokjes ( je haakt deze in de twee lossen ruimte van rij 2). Haak 2 lossen, 3 stokjes, in dezelfde ruimte. * haak 1 losse, 3 stokjes, 2 lossen, 3 stokjes in de volgende lossen ruimte*. Herhaal van * tot * nog twee maal.

Rij 4: is in feite een herhaling van rij 3, enkel wordt er in deze rij 3 stokjes extra in het midden vd rij gehaakt.

Zo, heb je het een beetje onder de knie? Tracht vaker patroontjes te lezen, in het begin met geschreven tekst erbij, maar je zal zien dat je deze na verloop van tijd niet meer nodig zal hebben.

Natuurlijk bestaan er veel meer steken dan de boven genoemde. Deze komen een volgende keer aan bod! Als je nog vragen hebt, laat ze hieronder achter!