Sokken haken, een kwestie van durf! – De voet en hiel (deel 3/4)

Sokken haken: deel 3! Ik hoop dat je nog steeds enthousiast met me mee aan het haken bent. In het eerste deel van de serie sokken haken hebben we de materialen besproken. Mocht je dit gemist hebben, dan vind je hier: deel 1.

In deel twee hebben we een begin gemaakt met de sok, en de teen gehaakt. Die gemist?  Dan vind je hier deel 2. 

Nu gaan we verder met de voet, en het eerste deel van de hiel. Succes!

Sokken haken: ondervoet en bovenvoet

We gaan eerst voor onszelf vaststellen welke steken we gaan reserveren voor de ondervoet, en welke voor de bovenvoet.

Het makkelijkst is: eerst onder, dan boven – de eerste helft van de steken zijn bestemd voor de ondervoet, en de tweede helft zijn bestemd voor de bovenvoet.  Je zult zien, als we te zijner tijd aan de hiel gaan beginnen, dat die verdeling logisch is om te maken.

Ik schrijf het patroon nu verder voor sokken met een stekenaantal van 52 – 56 – 60 steken.

De verdeling wordt dan: 26-28-30 steken voor de ondervoet, en 26-28-30 steken voor de bovenvoet.

 

Patroontoer

– 3 lossen (=1e stokje), haak tot de markeerder in elke steek  1 stokje. Dan heb je: 1 + 25 – 27 – 29 stokjes voor de ondervoet, tot de markering.

 

 

– Dan voor de sokken met 52 + 60 steken: haak 1 stokje in de volgende steek, en hang hier je markeerder in.

– Voor alle maten: *Haak 2 stokjes in de tweede steek vanaf de haaknaald gerekend, en 2 stokjes in de steek daarna. Je slaat dus steek 1 en steek 4 over. Herhaal dit vanaf *

– De sokken met 52 en 60 steken houden 1 steek over. Haak hier 1 stokje.

– Sluit dan de ronde met een halve vaste (dit geldt voor alle maten).

De voethak

In het kort wordt het zo opgeschreven:

– 3 l(=1e st), Haak 1 st in elke stk tot (M), voor 52 en 60 st: 1 st, *haak 2 st in stk 2 en stk 3, gerekend vanaf de nld, herh vanaf * tot 1 st voor eind rnd, 1 st, sluit rnd met 1 hv.

Voor 56 st: *haak 2 st in stk 2 en stk 3, gerekend vanaf de nld, herh vanaf * sluit rnd met 1 hv.

 

Deze patroontoer wordt herhaald over de hele voet. Blijf elke ronde wel de steken tellen, en pas zo nu en dan ook een keer.

Op ongeveer 6 – 7 cm onder de totale lengte van de voet stop je; en pas je de sok nogmaals. Dit is het punt waar de voethak begint.

Als indicatie: voor 52 steken is dit ongeveer 13 patroonrondes, voor 56 steken ongeveer 15 en voor 60 steken ongeveer 17 patroonrondes. Voetlengtes kunnen verschillen – als u een extra ronde, of minder rondes nodig heeft, is dat natuurlijk geen probleem.

 

De hiel 

Heeft u voldoende steekmarkeerders bij de hand? Die gaan we nu echt gebruiken!

Voor de hiel gaan we werken over de steken van de ondervoet. Dit zijn de eerste 26-28-30 steken. De twee markeerders die er zaten, blijven op hun plek zitten (zet de speldjes dus even vast).

 

Mindertoer

Haak 1 losse om te klimmen. Haak 1 vaste in de eerste steek. Daarna haak je in elke steek 1 vaste, tot 2 steken voor het eind. In de laatste twee steken haak je 2 vasten samen.

Plaats een steekmarkeerder, keer je werk. Herhaal dan de mindertoer tot je uiteindelijk 8 vasten in het midden over hebt. 

Volgende week haken we de hiel af in het laatste deel van de serie over sokken haken! 

 

Heb je een vraag en/of kom je er niet helemaal uit? Laat hieronder je vraag achter voor Bianca!