Rond haken
In het rond haken doe je altijd vanuit een centrale ring. De volgende steken haak je in de ring en zo werk je verder naar buiten. De twee meest gebruikte ringen zijn een basisring van lossen en een magische ring. Als je werk klaar is ziet het er allebei ongeveer hetzelfde uit. De ring mag niet na een tijdje losraken.
De basisring
Deze ring bestaat uit een basisketting waarvan het begin en het einde verbonden worden door een halve vaste. De ring moet groot genoeg zijn om alle steken van toer 1 in te maken. In je patroon staat hoeveel lossen je moet haken. Deze ring is het stevigste en sterkste.
- Haak het aantal lossen wat nodig is en sluit de ring met een halve vaste
- Haak de eerste toer van de steken. Als je een toer stokjes gaat haken moet je eerst 3 beginlossen haken, dat telt als de eerste steek.
- Haak de benodigde steken in de ring. Haak de steken in de ring en niet in de lossen.
- Maak een halve vaste in de bovenste losse van de beginlossen om de ring te sluiten.
De magische ring
Met de magische ring voorkom je dat er een gaatje bij het begin komt, wat je wel hebt bij de basisring.
- Maak een lus met het garen en vorm zo een ring.
- Steek de haaknaald door het midden van de ring en haal een lus van de werkdraad op (de draad die van de bol komt). Haak de benodigde beginlossen.
- Haak de benodigde steken, haak elke steek door het midden van de ring en om het draadeinde heen (bij een magische ring is het belangrijk om om het draadeinde heen te haken.
- Trek na de laatste steek voorzichting aan het draadeinde om de opening in het midden te sluiten. Haak een halve vaste in de bovenkant van de beginlossen om de ronde te sluiten.
Ik hoop dat jullie wat hebben aan deze uitleg, veel plezier ermee.
Tot volgende week.
Groetjes Belinda