Omslagen breien:

Als u ajour of kant wilt breien, zult u in het patroon altijd omslagen tegenkomen. Maar wat is een omslag, waarom moet u die breien en hoe moet u die maken?

Een omslag maakt een extra steek op uw naald en zorgt er voor dat u (expres) een klein gaatje in uw breiwerk krijgt. De omslag kan bedoeld zijn als decoratieve meerdering in een naald, want u krijgt bij elke omslag 1 extra steek.

De omslag zelf ziet er uit als een draadje over de naald. Als u keert moet u (volgens het patroon dat u volgt) dit draadje recht of averecht breien, zodat daaronder een gaatje ontstaat.

Is een omslag niet bedoeld als meerdering en moet het aantal steken op een naald gelijk blijven, dan moet u dus bij elke omslag (en dus 1 extra steek) in dezelfde naald ook 2 steken samenbreien.

In een breipatroon staat vaak alleen het woord omslag, maar nu zijn er verschillende omslagen mogelijk. Als er verder geen uitleg over een omslag in het patroon staat, moet u kijken naar de 2 steken waartussen u de omslag gaat maken.

Hieronder zal ik de omslagen, die het meest gebruikt worden, uitleggen. (Er zijn nog wat andere variaties, maar meestal worden die wel in het patroon uitgelegd)

1. Een omslag tussen 2 rechte steken:

Na een rechte steek is het garen achter; breng het garen naar voren tussen de 2 naalden.

Draai het garen tegen de klok in om de rechternaald.

En hou het garen achter om de volgende steek recht te breien.

2. Een omslag tussen 2 averechte steken:

Na een averechte steek is het garen voor; breng het garen naar achter over de rechternaald.

Draai het garen tegen de klok in om de rechternaald totdat het garen weer aan de voorkant is.

Brei de volgende steek averecht.

3. Een omslag tussen 1 rechte en 1 averechte steek:

Na een rechte steek is het garen achter; breng het garen naar voren tussen de 2 naalden.

Draai het garen tegen de klok in om de rechternaald.

Breng het garen naar voren om de volgende steek averecht te breien.

4. Een omslag tussen 1 averechte en 1 rechte steek:

Dit is de meest eenvoudige steek: na een averechte steek is het garen voor; breng het garen naar achter over de rechternaald.

Hou het garen achter en brei de volgende steek recht.

Eenvoudig patroon met 2 omslagen in 1 naald:

U kunt dus een omslag gebruiken als meerdering in een patroon. Hieronder geef ik een voorbeeld hoe zo’n patroon er uit kan zien met 2 omslagen en dus 2 extra steken in elke naald.

De omslag die ik gebruik in onderstaand patroon is altijd ‘een omslag tussen 2 rechte steken’.

Zet 7 steken op en brei alsvolgt:

Nld 1: 7re

Nld 2: 3re, omsl, 1re, omsl, 3re = 9 steken

Nld 3: 3re, omsl, 3re, omsl, 3re = 11 steken

Nld 4: 3re, omsl, 5re, omsl, 3re = 13 steken

Nld 5: 3re, omsl, 7re, omsl, 3re = 15 steken

Nld 6: 3re, omsl, 9re, omsl, 3re = 17 steken

Nld 7: 3re, omsl, 11re, omsl, 3re = 19 steken

Nld 8: 3re, omsl, 13re, omsl, 3re = 21 steken

Nld 9: 3re, omsl, 15re, omsl, 3re = 23 steken.

U ziet hoe het aantal rechte steken in het midden telkens met 2 omhoog gaat; dit komt door de 2 omslagen, die u breit. U kunt rustig verder breien (en meerderen) en kunt dan op een eenvoudige manier een sjaal breien, die steeds breder wordt. De omslagen ziet u terug als een gaatjespatroon aan de rand van het breiwerk. De gaatjes zullen beter zichtbaar zijn als u het breiwerk heeft opgespannen.