Texelse wol en visserstruien

De laatste zeven jaar gaan wij met ons gezin in de zomervakantie naar Texel op vakantie. In het verleden gingen we altijd naar het buitenland, maar sinds we met een old-timer rijden (voor geïnteresseerden: Landrover Stage One V8 uit 1979) is het buitenland voor ons geen optie meer. Dus blijven we in Nederland. Vanaf de eerste vakantie op het grootste Waddeneiland zijn wij verkocht aan Texel. Bij Texel denk ik aan zee, strand, duinen, natuur, wind, de Wadden, de elementen, maar ook (als haak- en breiverslaafde) aan Texelse wol.
Nu neem ik altijd wat haak- en breispulletjes mee op vakantie om bij de tent te kunnen handwerken. Maar natuurlijk kan ik het ook niet laten om rond te kijken naar streekproducten, in dit geval Texelse wol.

Nu las ik dat er op breiclub.nl al eerder een blog geplaatst is over Texelse wol door Marijke.
Met deze blog wil ik wat dieper ingaan op het gebruik van Texelse breiwol, omdat er zoveel meer over te vertellen valt. Ook heb ik ervaring met het breien ermee. En mijn man met het dragen er van ;-)

Texelse wol is met name bekend van de dekbedden, kussens, sloffen e.d. Over het garen van Texelse wol is niet erg veel te vinden.

Op de haak- en breidagen in Zwolle van het afgelopen najaar heb ik (samen met een vriendin) een presentatie bijgewoond van Stella Ruhe, de schrijfster van de boeken van ‚Visserstruien’. Het eerste exemplaar van dat boek had ik een paar jaar geleden al in een winkeltje op Texel gekocht, en op de haak- en breidagen het tweede deel. Het eerste en tweede deel heb ik door haar laten signeren.

Stella Ruhe vertelt in de boeken van ‚Visserstruien’ dat deze truien van sajet-garen werd gemaakt. En veelal werd dit garen gemaakt van Texelse wol.

Wat is nu precies sajet-garen?

In ieder geval gaat het om wol met een korte vezel.

Op wikipedia kon ik het volgende vinden over sajet-garen: ‚Sajet, ook wel als saaijet geschreven, is een garen uit korte wolvezels. Eerst wordt in de spinnerij een sterk gedraaid (getwist) garen gesponnen. Het garen moet vanwege de korte vezel sterk gedraaid zijn om voldoende sterkte te krijgen. Twee van deze garens worden daarna samengetwijnd tot sajet en dan geverfd.’

Op internet is een discussie gaande of de wol voor het sajet-garen wel van origine door Texelse schapen werd geleverd (kijk eens op deze website). Dit omdat de huidige Texelaar pas halverwege de 19e eeuw ontstaan is door kruisingen van het al aanwezige ras in combinatie met diverse Engelse rassen, om een betere kwaliteit vlees en wol te krijgen.

De visserstruien zouden volgens eerder genoemde website er eerder zijn dan de Texelse wol.

Wanneer je verder kijkt op deze webpagina, dan lees je het volgende: ‚De schapen zijn al heel lang op Texel aanwezig, er zijn geschriften uit 1477 waaruit blijkt dat er toen al veel schapen op Texel rondliepen. Tot 1860 waren dit voornamelijk zogenaamde Pijlstaarten, een ongehoornd, sober ras met goede wol, maar matig bespierd. Rond 1860 werd dit ras eerst gekruist met Leichester Schapen, en later ook met Lincolnshire Schapen. Daardoor ging zowel de bevleesdheid als de wolkwaliteit vooruit’.

Dus wat Stella Ruhe vertelt in haar boeken kan zeker kloppen!

Maar ook kan sajetgaren van andere wol gemaakt zijn zoals beschreven wordt op de website van ‚Zeeuwse visserstruien’ verteld wordt.

Op Texel hebben de schapen te maken met het klimaat op een eiland in combinatie met de zilte zeelucht (het zg. Waddenzeeklimaat), hetgeen ook zeker van invloed is op de voeding en dus ook de vacht. De Texelse wol wordt geroemd om zijn isolatie en ventilatie. Vroeger in de tijd van de visserstruien was deze wol goedkoop en goed te verkrijgen.

Volgens Stella Ruhe had dit sajet-garen van Texelse wol een mooie bijzondere glans. Dit komt doordat de lanoline (wolvet) er niet helemaal uit gewassen werd. Daardoor is deze wol warmer en meer waterafstotend, hetgeen in de visserswereld goed te pas kwam. Sinds de jaren ’50 van de vorige eeuw is sajet niet meer te verkrijgen. Dit had te maken met dat het imago van sajet-garen. Men begon het armoedig te vinden: te zwaar, kriebelig en niet zo zacht. Dit kun je lezen op deze site waarop een interview met Stella Ruhe gepubliceerd is.

Terug naar nu en naar mijn vakanties op Texel: overal op het eiland is Texelse wol te
verkrijgen, ook voor het breien en haken. Natuurlijk wordt dit garen voor toeristen voor relatief astronomische bedragen verkocht (doorgaans zo’n 15 euro per 100 gram, soms
ook wel 25 euro per 100 gram!).

Nu heb ik in den Burg een winkeltje gevonden waar ik voor een normale prijs Texelse breigaren (en ook ander breigaren) koop: ‚de Spinboet’ (is beperkt geopend). Daar heb ik overigens mijn ‚Visserstruien deel 1’ ook gekocht.

Het verschil met de andere duurdere wol is: de wol wordt op vaste land gesponnen. En inderdaad: het is een ietwat ruwere, soms kriebelende wol. Maar heerlijk warm in de winter. En dat ruwe kriebelende deert mijn man niet.

Ondertussen heb ik voor hem twee truien ervan gebreid en een sjaal. En voor mezelf een korte poncho/col. De eerste trui (zo’n vier jaar geleden gebreid) voor mijn man is wat te ruim uitgevallen. Het liefst wil hij dat ik hem ga uithalen en opnieuw kleiner ga breien voor hem. Eerlijk gezegd ziet het er ook niet uit zo’n slobbertrui (de onderste trui met knopen op de foto). Maar zie er als een berg tegenop: al het werk wat ik in die mooie kabeltrui had zitten…….. Doet een beetje pijn. Nou ja, dan heb ik gelijk al weer een ander onderwerp te pakken voor een blog ;-)

P.S. Mocht je een keer op Texel zijn, dan is een bezoekje aan dat winkeltje met Texelse breigarens zeker de moeite waard. Ze verkopen de Texelse wol per streng van ieder zo’n 200 gram. Voor een trui is vijf strengen ruim voldoende en een patroon van een kabeltrui of -vest krijg je er gratis bij!