Trui haken

Voor deze blog geldt een beetje deze uitspraak: Ik heb het nog nooit gedaan dus ik denk dat ik het wel kan. Men zegt dat het een uitspraak is fan Pippi Langkous. Maar dit schijnt ze eigenlijk nooit gezegd te hebben. Maar nu to the point. Deze blog gaat over het haken van een trui.

Benodigdheden

Vooral deze trui gebruik ik het garen van lang yarns. Wool addicts earth kleur grijs. Dit is een garen van 50% alpaca, 35% polyacryl en 15% wol. Echt een super heerlijk zacht garen. Maar door de alpaca ook niet te dik. Wist je trouwens dat alpaca nog warmer is dan schaap wol.

De trui die ik gehaakt heb weegt 230 gram. Dus je hebt 5 bollen nodig. Van de 5e bol hou je dan wel wat over. Ik heb haaknaald 7 gebruikt.

De opstart

Ik had nog nooit een trui gehaakt die ik zelf bedacht heb. Maar ik kon niet echt een patroon vinden voor dit garen. Dus toen ben ik zelf maar wat gaan verzinnen.

Onze 3 jarige is altijd heel gewillig met passen dus ik dacht ik haak de trui voor hem. Dan voelt hij zich ook belangrijk door het passen. Doordat zijn broer en zus al op school zitten en dus druk zijn met thuisonderwijs is het voor hem wel eens lastig.

Mijn plan was om twee rechthoeken te haken en die hij de schouders aan elkaar te naaien. En dan de mouwen eraan haken. Dan krijg je dus een T vorm.

Ik heb eerst een trui van hem gepakt die hem net iets te groot is.  Deze heb ik opgemeten. Van schouder naar de onderkant en van zijkant maar zijkant. Voor mijn peuter kwam dat op 37 centimeter hoog en 30 centimeter breed.

Het lichaamsgedeelte

Tip: lees eerst het hele patroon even door.

Toer 1: 30 stokjes zonder opzet lossen (hierdoor blijft het soepel) hier kun je een filmpje van breiclub bekijken hoe dit moet

Toer 2-4: 1 voorwaarts reliëf stokje, 1 achterwaarts reliëf stokje tot einde toer, 2 keerlossen keer het werk

Toer 5-32: halve stokjes in elke steek, 2 keerlossen keer het werk

Voor de zekerheid kun je even meten of het zo lang genoeg is. Hou er rekening mee dat je meet tot de bovenkant van de schouders.

Als de afmetingen kloppen kun je nog zo’n rechthoek haken.

Deze twee rechthoeken heb ik aan elkaar gehaakt met 6 vasten, 18 halve vasten in één van de twee kanten (om naar de andere kant te komen) en dan weer 6 vasten in allebei de kanten.

Ook hier weer even goed kijken of het hoofd er goed doorheen kan. Eventueel kun je er knoopjes op maken. Want het hoofdgat is wel breed doordat het niet heel rekbaar is.

De armen

Als het goed is heb je nu de twee rechthoeken aan elkaar en zit er een hoofdgat in.

Deze heb ik mijn zoontje aan gedaan. En zo heb ik gemeten hoe breed de armsgaten moesten worden.

In ons geval is dat 12 halve stokjes breed. Ik begon bovenaan en haakte 12 halve stokjes in de ene helft en dan 12 halve stokjes aan de andere kant vast. Je krijgt dan een beetje een gat tussen de stukken. Dit los je op door in de volgende toer daar ook een half stokje in te halen. Dus dan kom je op 26 halve stokjes in totaal.

Ook voor de lengte kun je het beste even goed meten. Ik heb in totaal 20 toeren halve stokjes gehaakt.

Toer 21: 1 half stokje, 2 halve stokjes samen

Toer 22-24: 1 reliëf stokje voorwaarts, 1 reliëf stokje achterwaarts tot einde toer

Ook weer even voor de zekerheid meten. Als het klopt haak je nog een mouw.

Dan kun je de zijkanten aan elkaar naaien of haken. Ik heb ze aan elkaar gehaakt met halve vasten en de trui binnenstebuiten gekeerd. Zodat de naad aan de binnenkant zit. Maar je zou er ook voor kunnen kiezen om de naad te laten zien. Ik had bij de schouders nog een paar gaatjes. Die heb ik dichtgenaaid. Dus als je de schouders aan elkaar haakt is het verstandig om een langere draad over te houden.

Als het goed is heb je nu een trui die af is.

Ik vond de trui niet moeilijk om te haken. Hopelijk lukt het jou ook. Voor wie zou jij een trui haken?