Stekencircus deel 6: verbonden (halve) stokjes

Stekencircus deel 6: verbonden (halve) stokjes

Laatst sprak ik iemand over de originaliteit van haakwerk. Immers, er zijn maar een beperkt aantal variaties die je kunt maken op een losse, een vaste en een stokje. Dus wanneer is iets nog echt nieuw. Maar goed, dat is misschien een iets te lang en filosofisch (of juist juridisch) verhaal om te gaan vertellen. Het lijkt me echter wel een mooie aanleiding om jullie kennis te laten maken met een super toffe nieuwe steek die ik heb ontdekt. Of naja, soort van nieuw en hij komt uit de haakbijbel. Maar dat mag de pret niet drukken. Hierbij een poging mijn enthousiasme om de verbonden halve stokjes over te brengen op de rest van de wereld. Of in ieder geval jullie als lezers.

Ik loop regelmatig tegen het probleem aan dat ik stokjes haak maar dat er te grote openingen tussen de steken zitten. Soms is dat handig en mooi, zoals bij een sjaal waar ik momenteel mee bezig ben, maar op andere momenten is het eigenlijk knap lastig. Bijvoorbeeld als je een kussen wilt maken die je dan vervolgens moet voeren omdat anders de vulling tussen de stokjes door komt. En daar komt de oplossing om te hoek kijken: verbonden (halve) stokjes!

Rondgehaakte polswarmers met verbonden stokjes

Anders dan de gewone stokjes – het maakt trouwens niet uit of ze half, heel of dubbel of meer zijn – worden ze niet los van elkaar gehaakt, maar zitten ze behalve in de steek van de vorige toer ook aan elkaar vast. Hoe dat in zijn werk gaat? Waar je normaal gesproken bij het haken van een stokje de draad eerst omslaat voor je insteekt in de steek om een lus op te halen, halen we nu die eerste ‘omslag’ op door de vorige steek.

Als je goed kijkt naar een (enkel) gehaakt stokje, dan zie je dat er twee keer twee lussen bij elkaar komen. Dat wordt veroorzaakt door de twee doorhalen die je maakt door elke keer twee lussen op de naald. Als je nu voordat je aan een nieuw stokje begint je haaknaald in de bovenste lus van het onderste paar steekt, dan de draad omhaalt en doorhaalt, heb je ook twee lussen op de naald. Vervolgens steek je in de volgende steek en haal je de draad door deze steek op. Je haakt vervolgens het stokje zoals je gewend bent.

Hieronder zie je de foto’s van een dubbel samengehaakt stokje – dat is vast duidelijker dan mijn uitleg.

Je haalt de naald op door de steken

Je hebt nu vier lussen op de naald en haakt het stokje als normaal

mde

Zie je het leuke horizontale streepje dat over de steken loopt?

Je zult merken dat na de eerste twee stokken duidelijk wordt waar in het vorige stokje de draad door op moet halen. En het wordt dus alleen maar leuker om te haken.

Een hartje dat onderdeel is van een knuffel

En waarom is deze steek nu zo leuk en fijn? Wel, in de eerste plek omdat er een heel erg leuk horizontaal streepje gaat lopen over de voorkant van je werk. Zeker als je al je stokjes aan dezelfde kant van het haakwerk haakt, geeft dat een bijzonder leuk effect, terwijl het minder aanwezig is dat een streepje dat ontstaat als je alleen in de voorste of achterste lussen haakt. Verder wordt je haakwerk een stuk vaster en steviger. Zeker in het geval van een dun garen dat je niet te open wilt laten zijn of een werk zoals een kussen of een knuffel dat je nog op moet vullen is dat fijn. En het is gewoon leuk om eens een keer wat anders te haken. Als laatste kan het ook nog wel eens helpen bij gewone haakwerkjes. De eerste stok van een heen- en weergaande toer wil nog wel eens wat naar de ‘buitenkant hangen’, of een extra groot gat hebben naar het volgende stokje. Omdat die drie lossen nu eenmaal geen stokje zijn. Door bij het haken van het tweede stokje (dus na de 3 beginlossen) de draad op te nemen door de 2e beginlosse in plaats van gewoon om te slaan, komt het stokje beter tegen zijn voorganger aan te liggen en krijg je een strakkere zijkant. Altijd fijn voor de perfectionisten onder ons!