Sokken haken, een kwestie van durf! (deel 1/4)

De titel zegt het al; sokken haken is een kwestie van durf. En daarom gaan we het in de komende tijd ook gewoon doen.

Het is namelijk ontzettend lekker om een paar warme sokken aan te hebben als het wat kouder wordt, en bij mij thuis worden de gebreide sokken altijd ingepikt door de heren in mijn gezin. En qua tijd is een paar sokken zelfs nog sneller gehaakt dan gebreid.

Dit is deel 1 van de vier blogs waarin ik jullie meeneem in deze sokken haken reis. Durf je mee te doen?

In de komende blogs wordt behandeld:

De teen – Hoe wordt die gevormd en waar moet ik op letten?

De voet – Verdelen in bovenvoet en ondervoet, eerst basis, later met patroon

De hiel –  Lijkt het lastigste deel van de sok, het is een kwestie van tellen, tellen, tellen.

Het been – Als de sok past, dan is het alleen een kwestie van omhoog; ook eerst basis, en later met patroon.

 

Wat heb je ervoor nodig?

100 gram sokkenwol – Kies voor het eerste paar een semi-solid of een effen wol. 4 draads, met een verhouding van 75% scheerwol en 25% polyamide. Graag met een totale looplengte van ongeveer 420 meter per 100 gram. Een mooi garenvoorbeeld is Regia Uni Extra Twist Merino (onder meer te vinden bij Wolhalla, in 50 grams bolletjes. Je hebt er in dat geval 2 nodig).

Liever niet: een wolletje met een kleurverloop. Dit leidt in het begin af van het doel; en is lastiger met tellen. Later kan je daar natuurlijk wel voor kiezen, maar dan heb je de basis al in de vingers en wordt het alleen maar makkelijker.

– Plaatshouders – Deze zijn onder meer te vinden bij DutchWoolDiva, en zijn eigenlijk kleine plastic veiligheidsspeldjes. Zorg dat je er een stuk of twintig bij de hand hebt, voor de hiel heb je deze echt nodig.

Haaknaald: 2,5 mm en een stopnaald om draadjes mee af te hechten.

Centimeter

Pen

– Notitieboekje

 

Voorbereidend werk; meten is weten!

1. Meet de lengte van de voet. Dit doe je vanaf de hiel, tot de top van de grote teen.

2. Schrijf dit getal in centimeters op.

3. Meet daarna de grote teen. Schrijf dit getal op.

4. Meet daarna de omtrek van de enkel.

5. Schrijf dit getal op.

6. Meet daarna de voethak (trek een denkbeeldige lijn van de enkel recht naar beneden, vanaf dat punt meet je de grootte van de voethak). Deze informatie is nodig om de hiel goed passend te kunnen maken. Ook dit getal schrijf je op.

Het eerste voorbereidende werk voor je zelfgehaakte sokken heb je nu gedaan!

 

Welke basissteken moet je kunnen haken om mee te kunnen doen?

Je hebt slechts vier basissteken nodig:

– Lossen

– Vasten

– Stokjes

– Kruipsteek of halve vaste

 

Zie ik jullie volgende week? Laat gerust een berichtje achter als je mee gaat doen!