Slip Stitch Crochet, heel apart!
Slip Stitch Crochet, heel apart! Zoals je weet, zijn er met haken ontzettend veel verschillende steken. De basissteken zijn stokje, half stokje, vaste en halve vaste. Deze laatste wordt in het Engels “slip stitch” genoemd. Wat wellicht minder bekend is, is dat er een hele aparte vorm van haken is, waarbij alleen maar gebruik wordt gemaakt van halve vasten. Dit wordt Slip Stitch Crochet genoemd, afgekort SSC.
Afhankelijk van hoe de haaknaald precies in de de steek gestoken wordt, kan het resultaat heel veel weg hebben van breiwerk. De steken zien eruit als tricotsteek, en het geheel is dunner, soepeler en vergt minder garen voor een vergelijkbaar oppervlak dan met traditioneel haakwerk.
Geschiedenis
Haakwerk op basis van halve vasten bestaat eigenlijk al heel lang. Velen zijn van mening, dat dit de oudste variant van haken is. Feit is, dat het traditioneel veel werd en wordt uitgeoefend in diverse Europese landen, zoals Noorwegen, Zweden en Bosnië. In Engelstalige landen wordt deze haakvorm ook wel “Bosnian crochet” genoemd.
Traditioneel Bosnisch haken wordt echter vooral in het rond gedaan, waarbij het werk aan het einde van een ronde niet gekeerd wordt. Bij moderne varianten van slip stitch crochet wordt het werk desgewenst wel gekeerd.
Hoe doe je dat, SSC haken?
Allereerst is het van belang, dat je het juiste type haaknaald gebruikt. De soort waarbij de hele kop van de naald cylindrisch is met een “hapje” eruit, zoals met de hierboven afgebeelde bamboo haaknaald werkt het best. Met het andere type is het lastig de haaknaald in de steek te steken.
Een groot verschil met gewoon haken is de maat van de haaknaald, een veel grotere maat dan gebruikelijk is nodig om ervoor te zorgen dat het werk niet te dik en stijf wordt. Voor “worsted weight” garen waarbij op het label breinaalden in maat 4-4,5 wordt aangeraden, zou bijvoorbeeld bij SSC een haaknaald van ongeveer maat 6 mm nodig zijn.
Met gewone halve vasten, steek je de haaknaald in onder beide lussen van de voorgaande steek. Bij SSC steek je de haaknaald in onder slechts een van de lussen. De wijze waarop precies bepaald hoe de steek en dus het resulterende werk eruit gaat zien. Variabelen hierbij zijn voorste/achterste lus, van voor naar achter insteken of juist van achter naar voren, garen voor het werk of juist erachter.
In onderstaande foto zie je de verschillen tussen de 6 basissteken bij SSC:
De basissteken toegelicht
F (front loop only slip stitch)
Houd het garen achter het werk en de haaknaald. Steek de naald van voren naar achteren onder de voorste lus van de steek, omslag en trek het garen door beide lussen op de haaknaald.
B (back loop only slip stitch)
Houd het garen achter het werk en de haaknaald. Steek de naald van voren naar achteren onder de achterste lus van de steek, omslag en trek het garen door beide lussen op de haaknaald.
iF (inverse front loop only slip stitch)
Houd het garen voor het werk en de haaknaald. Steek de naald van achteren naar voren onder de voorste lus van de steek, omslag en trek het garen door beide lussen op de haaknaald.
iB (inverse back loop only slip stitch)
Houd het garen voor het werk en de haaknaald. Steek de naald van achteren naar voren onder de achterste lus van de steek, omslag en trek het garen door beide lussen op de haaknaald.
S (slip stitch)
Dit is een reguliere halve vaste: Houd het garen achter het werk en de haaknaald. Steek de naald van voren naar achteren onder de beide lussen van de steek, omslag en trek het garen door de lussen op de haaknaald.
iS (inverse slip stitch)
Dit is een halve vaste die achterstevoren wordt gedaan: Houd het garen achter het werk en de haaknaald. Steek de naald van achteren naar voren onder de beide lussen van de steek, omslag en trek het garen door de lussen op de haaknaald.
Voorbeelden
In dit proeflapje heb ik drie verschillende steekpatronen voorgedaan, die met combinaties van de basissteken te maken zijn. Op de foto zijn beide zijden van het werk te zien:
A: Lijkt heel erg op ribbelsteek, krult niet en wordt gemaakt door elke toer F te haken.
B: Lijkt op tricotsteek, krult op (netzoals tricotsteek) en maak je door toeren in F en iB af te wisselen.
C: Ribsteek, door zijn grote elasticiteit erg geschikt voor boorden en wordt gemaakt door elke toer in B te haken.
Heb jij wel eens met slip stitch crochet iets gemaakt?