Belangrijke keuzes: het eerste haakpatroon
Laatst kreeg ik opeens een berichtje van mijn moeder. Onze vorige buurvrouw was toevallig mijn blogs hier tegen gekomen en vond het zo leuk dat ze ook wilde leren haken. Maar waar begin je dan en waar let je eigenlijk op?
Want iemand aansteken met het haakvirus is een ding, ze daarna aan het haken houden is een tweede. Want ik denk dat iedereen wel eens een ervaring heeft gehad waarbij de eerste keer voor geen meter ging en dientengevolge je er niet mee verder ging. Bij mij is dat breien, maar dat is een heel ander verhaal.
Dus hierbij 4 tips, do’s en don’ts, hoe je ze ook wilt noemen. Om ervoor te zorgen dat het eerste haakproject zeker niet het laatste wordt.
1. Begin simpel
Geen ingewikkelde steken, niet teveel tellen en iets dat een beetje vordert. Persoonlijk zou ik beginnen met bijvoorbeeld een granny square, zoals mijn eerste kussen.
Kies er niet voor iets te haken in het rond. Daar moet je erg veel bij tellen en wil je zeker in het begin nog wel eens fouten maken omdat je de steken niet goed herkent en ze dus mist of onbewust vermeerderd.
Niet dat het nu zo’n drama is, maar het is vooral demotiverend. Zoek eerst iets waar je op het gemak de steken kunt leren kennen. Datzelfde geldt als je vierkantjes gaat haken met vasten, of omslagdoeken. Je moet wel of juist niet meerderen en precies in de goede steek steken. Leer eerst de steken herkennen en de naald gebruiken
2. Vooruitgang
Laten we heel eerlijk zijn. Hoewel we haken bijzonder leuk vinden, gaat het vooral om het eindresultaat. De nieuwsgierigheid om iets nieuws te proberen en zien hoe het gaat worden. In mijn geval precies de reden waarom ik veel onafgemaakte projectjes heb liggen.
Dus kies als eerste project iets waar je snel resultaat van hebt. Dat kan iets kleins zijn zoals een sleutelhanger, of een kussen of meteen al een deken. In dat laatste geval, zorg dat een patroon kiest waar je de delen haakt. Wanneer elk deel af is, ben je meteen verder. En het leuke is dat je, omdat je steeds hetzelfde haakt, er steeds beter in wordt.
3. Garen en de naald
Kies garen die fatsoenlijk haken. Wat dat precies is, is ook heel erg persoonlijk. Maar kies geen draad die enorm splijt. Of een slechts licht gesponnen draad die als je teveel trekt nog uitrekt. Kies voor goedkoop garen dat makkelijk haakt en ook weer makkelijk uit te halen is (ja, sorry dat gaat echt gebeuren).
Kies liever een naald te groot dan een naald te klein voor je eerste werkje. Dat haakt vaak wat fijner en zo kun je de beweging beter doorkrijgen. Het leuke is dat je hoewel je een simpel patroontje kunt hebben, juist met de kleuren leuk kunt spelen. Een lichte kleur haakt makkelijker dan een donkere, maar wie zei dat je effen moest nemen?
4. Kies iets wat je leuk vindt
Klinkt natuurlijk heel erg voor de hand liggend, maar door alles waar je aan moet of wilt denken, kan het zomaar zijn dat je ergens uitkomt bij iets wat wel heel makkelijk is, maar eigenlijk niet leuk. En dus is 16 keer een project uithalen niet leuk, maar werken aan een project wat je niet leuk vindt is nog minder. Dus eigenlijk, negeer bovenstaand als het je niet uitkomt en ga lekker haken. En geef nooit, ik herhaal NOOIT, haakgerelateerde cadeau’s aan een zojuist gestarte haakster, dit bevorderd de verslaving.
Dus dames en heren, hoog tijd de straten in te gaan, de velden en wegen en iedereen die wil aan te steken met het haakvirus. Het mag dan wel besmettelijk zijn, en verslavend, maar dodelijk is het alles behalve.
Vooruit, tenzij je je aan labello stick houders in de vorm van genitaliën en flessenhoezen in vrouwelijke vormen gaat haken.
Maar dat is weer een heel andere keuze.