Handige haaktips

Handige haaktips

Haken is een leuke bezigheid. En het resultaat is toch ook altijd mooi meegenomen. Maar soms is het ook niet verkeerd om dingen net iets makkelijker te maken. Vaak zien ze er dan ook nog mooier uit. Maar al die tips raken af en toe verstopt in de grote zee van vragen en suggesties die je digitaal vindt. Nu kun je mijn favoriete tips hieronder vinden.

Samenhaken van vasten. Amigurumi projecten kunnen niet zonder, het minderen van steken door vasten samen te haken. Bij stokjes haken we de stokjes bijna geheel maar haken we ze aan de bovenkant samen om uiteindelijk in de volgende toer maar 1 steek te hebben waar je er eerder twee had.  Met vasten gaat dat iets lastiger omdat je daar maar 1 steek haakt dus je kunt lastiger twee steken samenhaken. Nu komt de truc. Waar je normaal gesproken door elk van de steken een lus op zou halen en de draad daarna in een keer door alle drie de lussen op de naald zou haken, geeft dit meestal een klein gaatje of een beetje raar uitziende steek. Je kunt twee vasten beter samenhaken door de naald in te steken door de voorste lus van de eerste vaste en de achterste lus van de tweede vasten. Haal de draad door beide steken op, en maak je vasten af door de draad meteen door beide lussen op de naald te halen. Minder werk, minder garen en het ziet er een stuk leuker uit.

Yarn over of yarn under. Eerlijk is eerlijk, ik ben fan van Engelse termen maar in dit geval weet ik echt niet hoe ik het zou moeten vertalen. Je kunt wanneer je de draad op de naald neemt dat doen door de draad over de naald te slaan en dan door te halen of onder de naald te houden. Daar komen de termen yarn over (draad over de naald) of yarn under (draad onder de naald). Ten eerste krijg je een hele leuke andere steek als je de draad onder de naald houdt in plaats van om de naald slaat. Ten tweede is het heel handig in tapestry en mochilla haken. Omdat het eigenlijk voor een groot deel een andere steek is, komen de steken van de toeren veel rechter boven elkaar te liggen. Als je dus patronen wilt haken zal je merken dat deze minder over leunen.

De lossen ketting. Als laatste en misschien wel meest frustrerende. Het begin van een haakwerk is altijd naar, maar als je meer dan 30 steken op moet zetten dan is het per definitie naar. Hoe erg je ook je best doet, hoe goed je je ook concentreert op de een of andere manier kom je altijd steken tekort of houd je steken over. En hoe meer steken je haakt, hoe erger het wordt. Maar er is een oplossing die een stuk simpeler is dan gedacht: gebruik twee draden. Het makkelijkste is om gebruik te maken van twee verschillende bollen. Met de ene bol haak je de lossen ketting en met de andere bol begin je alvast aan de eerste toer van het patroon. Dat is over het algemeen makkelijker te tellen. En op die manier kun je altijd een paar steken bij halen of er vanaf halen. Als je genoeg steken hebt opgezet, hecht je de eerste bol af en haak je rustig verder met precies de juiste hoeveelheid steken. Zonder dat je hem zestien keer hoeft uit te halen.

Kortom wat hopelijk ben je weer een paar steken wijzer en wellicht zelfs een frustratie armer. Dat moet een leuk moederdagweekend worden! En een super cadeau volgend jaar.