3 tips bij het breien van wanten
3 tips bij het breien van wanten. Ken je dat? Heb je wanten gebreid, zijn ze te klein. Of blijken ze in de praktijk toch niet zo warm als ze op het plaatje leken. Dat is jammer van de tijd en de energie die je in je breiwerk hebt gestoken. Daarnaast vinden veel breiers het breien van duimen toch lastig. Daarom geef ik je in deze blog tips. Tips voor het breien van wanten in het algemeen en duimen breien in het bijzonder!
Tip 1: Lekker strak
Regelmatig krijg ik de vraag hoe je lekkere warme wanten breit. Want het komt nogal eens voor, dat gebreide wanten wel mooi zijn, maar niet erg warm. Dit kan eraan liggen, dat je te dikke naalden hebt gebruikt. Voor wanten is het goed om dunnere naalden te gebruiken dan op de wikkel van je wol wordt aangegeven. Dus als er op de wikkel staat dat je naalden 3-3,5mm gebruikt, zou ik naar naald 2,5mm gaan. Hierdoor wordt het breiwerk veel dichter. En je raadt het al, dan kan de wind er minder makkelijk doorheen en zullen de wanten warmer zijn.
Tip 2: Passen
Alle handen zijn verschillend. De één heeft een brede hand met korte vingers, de ander smalle handen met lange vingers. En natuurlijk zijn er nog een heleboel varianten! In een patroon wordt uitgegaan van de gemiddelde hand. Laat die hand nu net niet bestaan! Dus is het zaak om regelmatig te controleren of je want wel past. Met name te kleine wanten resulteren in koude handen. Dus maak de wanten eerder te royaal dan te klein.
Waar ga je meten?
- het boord. Zorg dat het boord zo lang is, dat deze goed in de jas valt. Anders waait de kou zo je jas in.
- nadat je de spie hebt gebreid. De spie zijn de meerderingen voor de duim. Pas de want aan als je alle meerderingen hebt voltooid. Als je nog niet voorbij het brede deel van je hand bent, brei dan nog een aantal toeren tot dit wel het geval is.
- minderingen voor de top. Begin niet te vroeg aan de minderingen voor de top van de want. Want dan wordt de want te kort en ook dit resulteert in koude handen. Ik hou als leidraad aan dat mijn pink helemaal verdwenen moet zijn voor ik begin met minderen.
Tip 3: Duimen
De voorbereidingen voor de duim worden gemaakt door de spie. Dit zijn de meerderingen om te zorgen dat je want breed genoeg wordt. In de meeste gevallen worden aan het eind van de spie de steken voor de duim op een hulpdraad gezet. Maar de Zweden doen dat anders.
- na de laatste toer van de spie, worden de steken voor de duim met een hulpdraad gebreid. Gebruik hiervoor een afstekende kleur en liefst een katoenen garen.
- nadat je de steken hebt gebreid met hulpdraad, zet je de steken weer op de linkernaald. Nu brei je de steken nogmaals maar met het garen waar je al mee aan het breien was.
Vervolgens brei je de want af volgens patroon. Nu wordt de duim als volgt gebreid:
- zowel aan de boven- als aan de onderkant van de hulpdraad worden steken opgenomen. Pak van elke steek onder de hulpdraad één pootje op.
- Neem voor de bovenkant een andere naald en doe hetzelfde als aan de onderkant.
- nu wordt het spannend. Pak een stopnaald en peuter voorzichtig het hulpdraadje ertussen uit. Als het goed is, heb je nu alle steken op twee pennen staan!
- neem aan beide uiteinden twee extra steken op. Eventueel kun je deze in de eerste naald van de duim samenbreien met een steek als je anders teveel steken krijgt. Dit voorkomt een gaatje.
- brei nu verder voor de duim. Ook hier geldt weer: maak de duim niet te kort. Want dan krijg je echt koude handen!
Heb je al eens wanten gebreid op deze manier? Laat me je resultaat zien!