Een visserstrui voor mijn kerel

Voor een aantal jaren terug heb ik mijn eerste boek van ‚Visserstruien’ gekocht. Dat was in den Burg op ons favoriete vakantie-eiland Texel. Later heb ik het tweede boek gekocht op de haak- en breidag in Zwolle, na een lezing van de schrijfster van deze boeken: Stella Ruhe. Hele mooie informatieve boeken met een hele verzameling aan patronen van visserstruien uit alle havenplaatsen in Nederland.

Afgelopen zomer was ik weer op Texel. En ik was bij het bewuste winkeltje waar ik het eerste boek gekocht had, en waar ik ook altijd mijn Texelse wol koop. Daar hing een voorbeeldtrui van een ‚gemodificeerde’ visserstrui, gemaakt van Scheepjes Zuiderzee met het patroon van Texel.

De reden dat ik nog nooit een visserstrui had gemaakt was dat ik de ronde hals van dergelijke truien niet echt mooi vind. Deze ‚gemodificeerde’ trui vond ik erg mooi: in plaats van de ronde hals, had deze een sluiting met knopen en een kraag.

Proeflapje maken en tellen maar!

Ik heb dus de benodigde hoeveelheid garen gekocht (8 strengen Zuiderzee is genoeg) en meegenomen naar huis. Ergens in oktober ben ik begonnen met de trui te maken. Ik had ondertussen een parapluhaspel en een wolwinder gekocht en had eerst van de strengen wol knotten gemaakt (zie een eerder blog van mij).

Hierna ben ik echt begonnen met breien. Eerst een proeflapje maken en de steken tellen en opmeten. Want er staat in het boek niet uitgewerkt hoeveel steken je moet gebruiken bij welke maat. Dus naar aanleiding van het proeflapje en de opgenomen maten, bij degene voor wie je de trui breit, moet je berekenen hoeveel steken je moet opzetten en hoeveel pennen je moet breien.

Voor mij een flinke uitdaging dus. In het verleden had deze werkwijze me veel te grote truien opgeleverd…..

Deze visserstruien brei je in het rond, zodat er zo weinig mogelijk naden zijn. Nu bleek de rondbreinaald die ik gebruikte niet helemaal te passen voor de hoeveelheid steken dit ik had opgezet (meer dan 200).

Rondbreien

Nu had ik eerder al eens het een en ander gelezen over rondbreinaalden waarbij je pennen en de kabels kunt verwisselen. Ik ben eens gaan goochelen voor informatie op internet en kwam daar de rondbreinaalden van Knit-Pro tegen. En heb ik mezelf eens zo’n setje Royale cadeau gedaan. Ik moet zeggen dat ze de investering meer dan waard zijn! Ze breien zoveel fijner dan de gangbare rondbreinaalden! Dus hiermee kon ik verder.

Waar ik tegen aan liep….

Het volgende probleem kwam om de hoek kijken: het garen is erg donker (donkerblauw) en bij daglicht is er prima mee te werken. Maar in de avonduren (zeker tijdens de herfst/wintermaanden) kon ik bij kunstlicht het patroon niet meer goed zien.

Eerst dacht ik dat mijn leeftijd parten was gaan spelen en heb een leesbrilletje gekocht. Maar ook dat mocht niet baten. Het lag toch echt aan de kleur van de wol en de lichtintensiteit. Ondertussen kwam mijn dochter met haar project voor haar opleiding om het hoekje kijken (zie een eerder blog), en dus stond de trui voorlopig op een laag pitje.

Ondertussen was mijn man wat aan het pruttelen dat hij toch echt graag zijn trui wilde hebben. En natuurlijk was, met de laatste koude periode eind februari, zo’n warme trui natuurlijk wel handig geweest. Maar ‚haastige spoed is zelden goed’, is mijn ervaring.

Toen het einde in zicht was heb ik nog drie keer de kraag moeten uithalen….. De eerste keer omdat ik de sluitbies verkeerd om had (op de damesmanier). Tja, en daar moet je bij een kerel niet aan komen zetten 😉

De tweede keer omdat ik de kraag halverwege de sluitbies heb gemaakt, zodat de de zijkanten van de kraag in het midden zat. En dat zat toch niet netjes, toen mijn man hem aantrok.

De derde  keer omdat de kraag te lang was en daarom raar begon te krullen. Maar ‚drie maal recht is scheepsrecht’: nu is de trui klaar en helemaal goed. Mijn man tevreden en hij kon hem met de afgelopen paar koude dagen toch nog aantrekken!

Het leuke was dat ik, toen ik klaar was met breien, de trui niet meer in elkaar hoefde te zetten. Daar zie ik op een een of andere manier toch altijd tegenop. Dus het rondbreien van een trui is zeker een aanrader! En de trui is gelukkig niet te groot uitgevallen: dus de berekening in combinatie met het proeflapje was ook goed.