De stekenproef

Je zou eigenlijk elk project moeten beginnen met een stekenproef. Om eerlijk te wezen: dat doe ik zelf niet altijd. Ik “doe vaak maar wat”. En bij een deken komt het ook niet zo precies, maar soms is het juist best belangrijk. Zeker bij kledingstukken. Zelf heb ik best wel eens iets gemaakt dat achteraf niet groot genoeg was.

Een goed idee om eens een blog aan de stekenproef te wijden! Toevallig wilde ik net met een nieuw project beginnen.

Wat is een stekenproef?

Vaak vind je in breibeschrijvingen een stekenproef en ook op etiketten van garens zie je ze.

De stekenproef geeft aan hoeveel steken en toeren je nodig hebt om tot een bepaald formaat te komen, meestal 10 x 10 cm.

Er zijn allerlei dingen die invloed hebben: het garen dat je gebruikt, de dikte van de naalden en ook het patroon. En de een breit los en de ander juist niet.

Op deze foto zie je het etiket van een bolletje Softfun van Scheepjes.

De stekenproef zie je onder getekende tricotsteken: deze stekenproef gaat dus over breien in tricotsteek. 30 toeren is 10 cm (of 4 inch) hoog en 21 steken is 10 cm (of 4 inch) breed. Dat zie je door de pijltjes die erbij staan.

Proeflapjes breien

Klopt dat ook voor mij? Ik wilde een deken breien en wilde vooraf weten hoeveel steken ik nodig zou hebben.

Als men mij vraagt of ik los of strak brei, dan zeg ik altijd dat ik “gewoon” brei. Ik vind zelf naald 4½ heel fijn bij Scheepjes Softfun, daar heb ik ook de #7zussendeken mee gebreid. En die naalddikte kies ik voor mijn eerste proeflapje. Ik heb hiervoor 40 steken opgezet, eerst 4 toeren ribbels gebreid, vervolgends 42 toeren tricot. Aan het begin en eind van de naald steeds 3 steken recht en aan het eind weer 4 toeren ribbels. Zo blijft het lapje wat mooier plat liggen bij het meten.

Je ziet dat ik 20 steken gebruik voor een breedte van 10 cm en bij 28 toeren 10 cm hoogte bereikt heb. De geadviseerde naalddikte op het etiket is 3½ tot 4. Je kunt dus soms ook wel iets afwijken van het advies om toch op ongeveer dezelfde stekenverhouding uit te komen.

Omdat ik ook een grotere deken wil breien, heb ik nog een stekenproef gemaakt, nu met naalddikte 5. Ik heb exact hetzelfde aantal steken en toeren gebruikt. Hier zie je het resultaat:

Het lapje van naalddikte 5 is wat breder en hoger geworden. Het is ook veel losser. Ik vind het resultaat op naalddikte 4½ toch iets mooier.

Goed om te weten voordat ik aan die grotere deken begin!

Wat ook nog belangrijk is:

– Mijn proeflapjes zijn in tricotsteek gebreid. In de dekens die ik brei gebruik ik andere steken. Als je echt precies van te voren wilt weten hoe het uit gaat vallen, zul je een proeflapje moeten maken in de patroonsteek.

– Als je iets precies op maat maakt en werkt volgens een patroon, moet je echt proberen om dezelfde verhouding te krijgen. Dus eventueel aanpassen met een dunnere of dikkere naald.

– Als je meer brei-ervaring hebt, zul je bepaalde dingen al weten en kunnen inschatten. Zo heb ik inmiddels geleerd dat katoen prima breit op naalddikte 2½, maar als ik dan met een fair isle patroon ga werken, kan ik beter op naalddikte 3 overgaan.

Ik vind het zelf nu wel handig dat ik voor Softfun de gegevens vastgelegd heb in mijn online archief. Zo kan ik het altijd terugvinden!

Gebruik jij altijd een stekenproef?

Deze blog is met veel plezier geschreven door

Akkelien Smink

Volg je mij al?

https://debreimeisjes.blogspot.com/

En dat kan ook via

Liefs van De Breimeisjes!