Breistekenalfabet: dubbel breien
Deze week behandel ik in het stekenalfabet het dubbel breien. Formeel gezien is dit geen steek maar een techniek om ervoor te zorgen dat je aan de binnen- en buitenkant van je breiwerk tegelijkertijd werkt. Hiermee kun je bijvoorbeeld mutsen breien die je aan beide zijden kunt dragen.
Dubbel breien
Zoals gezegd is dubbel breien een manier om tegelijkertijd twee lagen te breien: aan de voor- en achterkant van het werk. Om dit voor elkaar te krijgen, wordt elke “steek” in het patroon gebreid in paren, één steek voor elke kant van de stof.
In deze uitleg ga ik uit van dubbel breien in het rond. Uiteraard is het ook mogelijk om heen en weer te breien, maar dat laat ik vandaag buiten beschouwing.
Opzetten
Een van de meest gebruikelijke manieren om op te zetten, is de gewone opzet: de lange staart opzet. Je zet op met de hoofdkleur en meerdert in de eerste naald uit elke steek om de steek-paren te maken. Dit is een zeer prima methode. Het werkte als volgt:
Zet met de hoofdkleur het benodigde aantal steken op op een rondbreinaald. Sluit de ronde, zorg dat de steken niet verdraaid worden.
Toer 1: brei uit elke steek twee steken (insteken in de voor- en achterkant van de steek) zodat het aantal steken verdubbelt. Deze meerdertoer geldt als de eerste toer van het recht dubbel breien in het patroon.
Nu begint het echte dubbel-breien. Je moet nu voor jezelf uitzoeken wat voor jou de beste manier is om de beide draden vast te houden. Je kunt hiervoor methodes gebruiken die ook voor inbreien worden gebruikt. Probeer het gewoon, er is niet één goede manier. De beste manier is de manier die bij jou past.
Een toer recht dubbel breien gaat als volgt. Het is belangrijk om één ding te onthouden: wat er ook gebeurt met de eerste steek in een paar, het tegenovergestelde gebeurt met de tweede steek. Wordt de eerste steek recht gebreid met de hoofdkleur, dan wordt de tweede steek averecht met de contrastkleur gebreid. Ongeacht welke draad aan de beurt is om te breien, beweeg ze altijd samen, zodat beide draden achter een rechte steek zijn, en aan de voorkant van een averechte steek zijn. Dit zorgt ervoor dat de garens tussen de tussen de lagen van de voor- en achterkant zijn. Hiermee worden beide lagen van het weefsel gescheiden gehouden.
Inbreien
Twee kleuren breien in dubbel breien is in sommige opzichten eenvoudiger dan inbreien of intarsia. Je hoeft geen draden om elkaar heen te draaien, je hebt geen last van gaatjes of te strak aantrekken van de draad die je meevoert. Dit komt omdat beide kleuren gebruikt worden bij elk ‘steken-paar’.
De breipatronen voor het inbreien laten alleen de steken voor de voorkant zien. Maar elke steek vertegenwoordigt een steek-paar.
In dit voorbeeld: in toer 1, de eerste “steek” is eigenlijk een recht steek met de hoofdkleur en één averecht steek met de contrastkleur. Dan is de tweede “steek” een rechte steek in contrastkleur en één averecht met de hoofdkleur.
Net als bij recht dubbel breien geldt: wat wordt gedaan met de eerste helft van het steken-paar, wordt het tegenovergestelde gedaan met de tweede.
Uiteindelijk zal het ertoe leiden, dat je een project hebt dat je aan beide kanten kunt dragen. De ene kant is het tegenovergestelde van de andere kant. Op de foto’s zie je het resultaat.