Breigarens: welke kies je?

In principe hebben we het altijd over “wol”, maar hiermee bedoelen we vaak ook andere garens die niet gemaakt zijn van wol. Welke soorten zijn er en welke kies je voor je project? Moet je altijd gebruik maken van de wol die aangeraden wordt bij een patroon?

We hebben het meestal over breiwol. Maar niet alles waar je mee breit is echte wol!

Er zijn:
• wollen breigarens
• menggarens
• synthetische breigarens
• katoenen garens

Wollen breigarens

Zuivere scheerwol kun je herkennen aan het wolmerk. Dit wolmerk mag alleen gebruikt worden voor wol afkomstig van levende dieren die geschoren worden.

Naast zuivere scheerwol zijn er ook nog andere wollen garens, soms afkomstig van dieren die geslacht zijn voor hun vlees en waarvan de vacht wordt gebruikt om wol van te maken.

Echte wollen breigarens geven de meeste warmte en zijn vaak het mooiste om te zien. Soms wordt de wol behandeld zodat het beter bestand is tegen wassen en minder krimp zal vertonen.

Menggarens

Een menggaren is een mix van wol en een ander garen, bijvoorbeeld katoen. Er bestaan verschillende redenen waarom wol gemengd wordt – de wol wordt zo goedkoper te maken, je kunt een effect bereiken die zuivere wol niet heeft (bijvoorbeeld glitter of glans) of de wol wordt sterker.

Katoenen garens

Net als wol is ook katoenen garen in verschillende kleuren en diktes te koop. Katoen is koeler dan wol en wordt daardoor vaak gebruikt voor zomerprojecten. Omdat katoen niet tot nauwelijks rekbaar is, heb je weinig speelruimte in je werk. De maten moeten echt kloppen!

Synthetische garens

Synthetische garens worden gemaakt van kunstvezels. Je kunt hierbij denken aan acryl, polyester en nylon.


Meestal zijn deze kunstvezels sterker en goedkoper dan zuiver wollen garens. Vaak zijn ze ook beter bestand tegen wassen. Daar staat tegenover dat een synthetisch garen niet zo warm is als wol en zelfs na verloop van tijd een deel van zijn warmte gevende eigenschappen kan verliezen.

Hoe kies je je garen?

Natuurlijk is je keuze altijd persoonlijk. Maar er zijn altijd een paar belangrijke vragen die je moet beantwoorden vóór je je keuze maakt:

  • Wat wil ik maken?
  • Voor wie maak ik dit?
  • Wanneer wordt het gedragen of gebruikt?

Wanneer je een zomertrui gaat maken, zul je sneller voor een koeler garen kiezen, dan wanneer je een wintertrui maakt. Als je een babydekentje maakt, zul je eerder voor een synthetisch garen kiezen dan voor zuivere wol. Je weet immers nooit of een kindje wel tegen echte wol kan.

Moet je altijd het garen gebruiken die aangeraden wordt bij een patroon?

Je hebt het meest geweldige patroon gevonden waar je al járen naar op zoek bent. Alleen het gebruikte garen vind je niet zo mooi. Liever zou je iets anders gebruiken, maar ja… is het garen dat jij op het oog hebt voor dat patroon wel geschikt?

Het belangrijkste hierbij is om te kijken naar de eigenschappen van het garen dat in eerste instantie voor dit patroon is bedoeld. Heeft het garen bijvoorbeeld een looplengte van 420 meter per 50 gram en moet het verwerkt worden met een naald 3, dan is het het makkelijkste om een garen te zoeken dat aan al deze eigenschappen voldoet. Maar als je écht iets heel anders wilt, dan zul je moeten gaan rekenen.

De eerste stap hiervoor is het breien van een proeflapje met je gewenste wol. Ja dames (en heren), ik weet het, dat is niet onze favoriete bezigheid, maar in dit geval toch echt nodig! (Zie voor een uitleg hierover de blog op Breiclub.nl van Carmen. Als je je proeflapje hebt gebreid en dus weet hoeveel steken er in 10 centimeter gaan, begint het echte rekenwerk.

Stel, je breiwerk moet 60 centimeter breed worden en 30 cm lang. Uit je proeflapje blijkt dat je 15 steken en 10 toeren moet breien om uit te komen op 10 x 10 centimeter.

Dan moet je dus (15 x 6 =) 90 steken opzetten voor een breedte van 60 centimeter en (10 x 3 =) 30 toeren breien voor een lengte van 30 centimeter.

Valt mee toch, dat omrekenen?

Van welk garen maak jij het liefst gebruik? Waarom? Laat het me weten!