Rondhaken, hoe doe je dat?
Rondhaken, hoe doe je dat?

Ik krijg dikwijls de vraag over hoe ik een dromenvanger of een kleedje  of een kussenovertrek haak. Heb ik een patroon? Nee dat heb ik niet, ik begin meestal met dezelfde ronde basis en dan haak ik verder rond tot ik tevreden ben over de omvang.

Het verschil met agurumi haken is dat je elke toer sluit met een halve vaste en de volgende begint met een aantal losse.

Ik haak elke toer wat ik leuk vind.

Waar je rekening mee moet houden is dat je telkens in groepjes haakt. Je cirkel bestaat uit telkens 16 groepjes waarbij je in elke toer in elk groepje minimaal 1 steek meerdert.

Ik heb een kleedje gehaakt met daarin diverse stijlen . Het is een beetje een drukke cirkel maar ik wilde zoveel mogelijk verschillende mogelijkheden laten zien.

In werkelijkheid gebruik ik wat meer open toeren met losse tussen de verschillende patronen.

De cirkels bestaan uit voornamelijk losse, vaste en stokjes.

In de eerste toeren gebruik ik ook clusters of samengehaakte stokjes. Je haakt het stokje tot aan de laatste doorhaling. Die doe je niet, je haakt dan ook het volgende stokje tot aan de laatste doorhaling. Dan sla je de draad om de naald en haalt de draad door alle stokjes in een keer.

Steken

  • St=steek
  • L= losse
  • HV= halve vast
  • V= vaste
  • Stk = Stokje

Wat heb je nodig?

Dat ligt aan de omvang van je cirkel.

Ik heb nu een bol katoen gebruikt en haaknaald 3.

Ik begin meestal met de volgende basis:

Toer 1: Haak in een magische ring 3l. en 7 stokjes. Eindig met een halve vaste in de 3e losse.

Toer 2: Haak 3l en 1 stokje in dezelfde steek. Haak in elke volgende steek 2 stokjes. Je hebt nu 16 stokjes. Eindig weer met een halve vaste in de 3e losse.

Toer 3: Haak 3l en 1stokje tussen de 1e 2 stokjes van de vorige toer. Haak 1l en dan 2stokjes samen tussen de stokjes van de vorige toer. Eindig weer met een halve vaste in de 3e losse.

Je hebt dan 16 groepjes van 2 stokjes samengehaakt en 1 losse  – is 32 steken.

Toer 4: Je moet nu naar 48 steken. Dus 16 groepjes met 3 steken. Haak 3l en 1stk samen, 2l. Sla de losse van de vorige toer over ga naar het volgende groepje met stokjes. Haak 2 stk samen en 2l. Eindig weer met een hv in de 3e losse.

Dit is mijn basis, nu gaan we variaties haken.

Toer 5: Ga met hv naar tussen de stokjes. Haak 3l en nog 3 stk in dezelfde steek. (schelpjes) Ga naar het volgende samengehaakte stk. Haak hier weer 4 stk tussen de stokjes. Eindig weer met een hv. In de 3e l.  Je hebt nu 16 groepjes van 4 st.  Dat zijn 64 steken.

Toer 6: We gaan de schelpjes samenhaken. Begin met 3l en haak dan nog 3 stokjes samen met de 3 losse.  Je haakt het stokje tot aan de laatste doorhaling. Dat doe je met alle stokjes. Dan sla je de draad om je naald en haalt hem in een keer door de steken op je naald. Haak 4l en haak de volgende 4 stokjes weer samen. Eindig zoals voorheen dat blijf je doen.

Je hebt nu 16 groepjes van 5 steken. Dat zijn 80 steken.

Toer 7:  Haak 16 groepjes van 5 stk in het cluster en 1 v in de losse ketting. 96 steken. Zo ga je verder met telkens 1 steek meer per groepje.

Toer 8: We gaan een toer met losse haken. Ga met hv naar het 3e stk in het eerste cluster. Haak 7l (1e v + 6 l ) Haak 1v in het 3e stk van de volgende cluster. Haak nu telkens 6l en dan 1v in het volgende cluster. Eindig met 1hv in de 1e losse.

Toer 9: Ga met hv naar het midden van de losse ketting.  Haak 7l. Haak 1stk, 2l, 1stk, in de volgende losse boog. Haak 4l en dan weer 1stk, 2l, 1stk in de volgende boog. Eindig met 1stk, 2l en dan 1 hv in de 3e losse van de 1e 7 l.

Toer 10: Ga met hv naar de 2l ruimte tussen de stokjes. Haak 3l en nog 2 stk in de 2 losse ruimte. 2l en dan 1v in de 4 losse boog. 2l en weer 3stk tussen de 2 stk van de vorige toer. Eindig met een hv in de 3el.

Toer 11: We gaan nu een schelpje haken met een picot. Haak 3l en nog 1 stk in dezelfde st. Haak 1stk in de volgende st. Haak nu 3l en dan met een hv terug naar de 1e losse. (picot). Haak nog 1 stk in dezelfde st. Haak 4 l en dan weer een schelpje met een picot. Herhaal dit tot het einde van de toer.

Dit is altijd wel een leuke toer om als laatste te haken.

In deze toer kun je zien wat het effect is van het haken van een stokje in een toer die lager ligt.

Toer 12: Ga met hv naar het midden van de picot. Haak 5l en dan 2 stk in de v twee toeren lager. Haak weer 4l en dan 1v in de picot.

Haak 3l en 5 stk in de vaste van de  picot, haak weer 6stk nu tussen de 2 stk van de vorige toer.

De volgende 6stk weer in de v op de picot.

Ik heb ook nog een toer met boogjes gehaakt. Hierbij wijk je af van het principe in elke toer 1 meerderen per groepje. (zie foto kleedje)

Dat doe je als volgt:

Eerst moet je losse kettingen haken.  7l 1v tussen het 3e en 4e stk. Dit wordt de basis voor je boogjes.

Eindig met een hv. Haak 3l en dan nog 5stk in de losse boog. Haak 2l en dan weer 6stk in dezelfde boog.

Herhaal dit in elke 7l boog.

Als je dan nog verder wilt haken ga je gewoon weer verder met 1 meerdering per toer. Eerst ga je de boogjes  dan verbinden met lossekettingen van 8l. Dan klopt je aantal weer. Je boogjes krijgen dan diepte.

Dit  zijn een aantal eenvoudige basistoeren om bijvoorbeeld een mooie dromenvanger te maken.

Je mag altijd meer steken in 1 toer maken maar zorg er wel voor dat je de volgende toer dan weer terug gaat naar het juiste aantal anders gaat je cirkel golven.

Je kunt op deze manier je cirkel zo groot maken als je wilt.

Verzin eens zelf een variatie,  ik ben erg benieuwd wat jullie ervan vinden?

Mia
Door

Mia

op 26 Jul 2020

Zalige uitleg . Prachtig resultaat . Hartelijk bedankt

Gerrie Bakker
Door

Gerrie Bakker

op 27 Jul 2020

Wat leuk dat deze rozetten weer terug komen. Mijn oma heeft voor mij, wel bijna 50 jaren geleden, door al die rozetten aan elkaar te verbinden, een tweepersoons sprei gemaakt. Elke dag een rozet gehaakt, zó dierbaar!!

Reactie plaatsen